MAASTRICHT, 24 DECEMBER 2013. In veel opzichten was 2013 een memorabel jaar. Het reishoogtepunt was ongetwijfeld onze vier weken lange trip door Amerika. Dat zie je terug in mijn jaarlijkse top 10, met nog een paar verrassingen.
1. LOS ANGELES (VST). In de 11 minuten en 33 seconden lange videoclip City of Angels van Thirty Seconds to Mars vertelt zanger Kanye West (10,1 miljoen volgers op Twitter) waarom hij zo van Los Angeles houdt: zwembaden, architectonisch verantwoorde jaren vijftig huizen, glamour, dure auto’s, James Dean, Walt Disney, Marilyn Monroe. Dit jaar werd ik verliefd op Los Angeles en het gevoel dat daarbij hoort, kan ik opwekken door deze korte muziekfilm keer op keer af te spelen. Fantastische en ontroerende beelden van een fantastische en verwarrende stad en haar inwoners. Een échte stad, met alle tegenstellingen die daarbij horen.
2. SAN FRANCISCO (VST). Onze wandeling van homobuurt Castro naar de baai van San Francisco via Market Street was, hoewel ik niet naïef genoemd wil worden, een echte wake up call. Om de paar meter stuiten we op zwervers, in groepjes of alleen. Derde wereldproblematiek in Amerika: je weet dat het bestaat, kent de verhalen, maar toch. We zijn geschokt door de aanblik. De vele daklozen horen net zo bij San Francisco als die aloude fraaie iconen (Golden Gate Bridge, Alcatraz), nieuwe iconen als De Young Museum (ontwerp van Herzog en De Meuron) en heerlijke wijken waar je eindeloos doorheen kunt slenteren.
3. NEW YORK (VST). Als je met een tweejarige op pad bent in New York heb je op een gegeven moment het gevoel dat je alle speeltuinen wel hebt gezien. Maar deze stad denkt aan haar kinderen, zoveel is duidelijk. Je beleeft Central Park toch anders als je er een peuter ‘los laat’ of in het Four Freedoms Park op Roosevelt Island achter een bal aan laat rennen. New York bezien door de ogen van een kind is een mooie ervaring die je niet wil missen en die voor herhaling vatbaar is. Dan is het relatief rustige Brooklyn als uitvalsbasis altijd ideaal en als je een beetje geduldig/handig bent is ook de New Yorkse metro met een buggy prima te doen.
4. LILLE-LENS (FRA). Dat Lille en Lens verschillende plaatsen zijn, ja dat weet ik ook wel. Al zijn de twee nauwelijks met elkaar te vergelijken. Lille heeft meer dan 200.000 inwoners, Lens haalt de 40.000 maar net. Voor het gemak voeg ik ze bij elkaar, omdat ze door nauwelijks veertig kilometer asfalt van elkaar worden gescheiden. De regio is met de dependance van het Louvre-museum een attractie rijker. De keuze voor Lens is een unieke mogelijkheid om een gebied, de laatste decennia getroffen door industriële en sociale crisis, te herdefiniëren. Met eigen ogen zien hoe daar een begin mee is gemaakt, is zeer de moeite waard.
5. EINDHOVEN (NED). 2013 was uiteindelijk toch ook het jaar van Eindhoven. Landelijke media besteedden vele kolommen aan een stad die lang als het lelijke eendje te boek stond. Quote uit HP/De Tijd: “Wie denkend aan Eindhoven niets anders ziet dan onooglijke industrieterreinen omzoomd door grauwe flats, is hopeloos ouderwets.” Wie er rondloopt tijdens de Dutch Design Week of lichtfestival Glow heeft zelf kunnen zien dat Eindhoven allesbehalve saai is. Het festival ‘Het Wonder van Eindhoven’, gehouden in februari in nota bene Amsterdam, onderstreepte de torenhoge ambities van een designstad die inmiddels zoveel meer is dan dat.
6. LAS VEGAS (VST). Ben je wel echt in Las Vegas geweest als je geen avondje in het casino hebt doorgebracht? Natuurlijk, want als je aan de wandel raakt in Sin City kom je hoe dan ook, vroeg of laat, altijd in zo’n neon verlichte hal terecht. Zoek je de monorail? Moet je eerst door hotel X langs de fruitautomaten en de pokertafels. Met een beetje geluk staat er om tien uur ’s ochtends een nep-Shakira op een podium te zingen. We hebben daar een paar keer op straat hard om moeten lachen. Circus Las Vegas, een heerlijke ervaring. Voor een paar dagen. Daarna moet je heel snel weer proberen om in het echte leven terecht te komen.
7. BRUSSEL (BEL). Als je een weekend in Brussel bent en door het fraaie herfstweer veel buiten kan vertoeven, weet je het opeens: er is geen stad waar de sirenes zo vaak en zo hard loeien als in Brussel. Tenminste, ik kan het me niet heugen. Inwoners ageren kennelijk al jaren tegen de geluidsoverlast, dus ik beeld het me niet in. Als je erop gaat letten, valt het des te meer op, maar het geeft je wel het gevoel dat je in een echte stad bent. Het rondje Zavel en de Marollen bevalt weer prima, net als de eerste overnachting in Quartier Louise en het bezoek aan het huis van baron Victor Horta, een van de grondleggers van de Art Nouveaustijl.
8. BERKELEY (VST). In het rijtje Harvard, Standford, Oxford, Cambridge hoort Berkeley als vanzelfsprekend thuis. Ze behoren tot de beste universiteitssteden ter wereld. Vanuit downtown San Francisco reis je met de Bay Area Rapid Transit in nauwelijks een half uur per trein naar het centrum van Berkeley. Haal daar The Daily Californian uit een van die karakteristieke bakken op de stoep. Gratis. Drie jaar na de oprichting van de campus (in 1871), waar de rest van de stad organisch omheen is gegroeid, werd al verslag gedaan van de gebeurtenissen in Berkeley. Ook nu weet je na het lezen van deze krant meteen hoe de vlag erbij hangt.
9. AMSTERDAM (NED). Opinieweekblad Elsevier riep in december Wim Pijbes, directeur van het heropende Rijksmuseum, uit tot Nederlander van het jaar. Met dik twee miljoen bezoekers is zijn instituut “hét succesverhaal van 2013”. Ik was de afgelopen maanden weer wat vaker in onze hoofdstad, maar zag nog geen kans om het ‘Rijks’ te bezichtigen. Kwam wél twee keer in het eveneens verbouwde Stedelijk Museum. Een veelvuldig bekritiseerd gebouwd vanwege de enorme witte luifel die nog het meest op een badkuip lijkt. Maar het werd hoog tijd dat Amsterdam op architectuurgebied eens wat Rotterdams lef ging tonen.
10. OBERHAUSEN (DUI). Ik geef toe: ik ben nog nooit in Oberhausen Centro geweest. Naar het schijnt het grootste winkelcentrum van Europa. Ook het centrum van de Duitse stad Oberhausen ken ik niet. Nee, voor mij is Oberhausen toch vooral de Gasometer. Deze voormalige gasopslagplaat is al twintig jaar de ‘hoogste tentoonstellingsruimte ter wereld’. Op 118 meter boven de grond heb je een geweldig uitzicht op het onweerstaanbaar charmante Ruhrgebied. De befaamde ‘inpakkunstenaar’ Christo plaatste dit jaar een gigantische luchtballon in de Gasometer. Kunst. Goed voor bijna een half miljoen bezoekers waarmee Oberhausen cultureel op de kaart kwam te staan.
Categorieën:Algemeen, Uncategorized