UTRECHT, 1 MEI 2010. Vooropgesteld: ik hoop van harte dat Maastricht in 2018 de culturele hoofdstad van Europa is. De 675 leden van de gelijknamige Hyvesvriendengroep koesteren diezelfde wens, net zoals vele andere cultuurmakers en creatievelingen in Limburg. Maar de weg is nog lang. Tot de officiële bekendmaking in 2014 wordt veel gediscussieerd en er zal volop scepsis en twijfel heersen over deze megaklus. Om over de te nemen financiële hobbels nog maar te zwijgen.
Trouwens, het is akelig stil rondom de kandidatuur. Moeten we ons langzaam zorgen maken? Misschien niet, maar het kan geen kwaad om af en toe advocaat van de duivel te spelen. Ik was afgelopen week in Utrecht, ook al zo’n ambitieuze stad die een serieuze gooi doet naar de Europese culturele troon. En op een of andere manier bekruipt je dan het gevoel dat Utrecht, op weg naar dat magische jaar 2018, al veel verder is dan Maastricht. Waarom? Een poging tot uitleg.
Als je in Maastricht met mensen uit het culturele veld spreekt, krijg je de indruk dat het heilige geloof in de overwinning – althans toch voorlopig – ontbreekt. Hardop uitspreken dat je voor niks anders dan de zege gaat en vooral uitleggen hóe je dat gaat doen, is essentieel. Blijf dus weg uit de achterkamertjes en maak de missie op alle mogelijke manieren tastbaar en zichtbaar. En snel.
Utrecht: 307.000 inwoners
Ongeveer honderdzestig kilometer noordelijker is er de Vrede van Utrecht, de wegbereider voor Utrecht culturele hoofdstad. In 2013 is het 300 jaar geleden dat de Vrede van Utrecht werd gesloten en dat wordt nu al gevierd met een uitgebreid cultureel programma voor het grote publiek. Het moet de komende jaren de internationale reputatie en infrastructuur van Utrecht als stad en regio van kennis en cultuur versterken.
Het is een belangrijke les voor Maastricht. Leunen op al dat mooie cultuurhistorische erfgoed dat de stad in de schoot is geworpen, is onvoldoende. Een grote inhaalslag maken, is noodzakelijk. Misschien is dat de reden waarom Peter de Haan, directeur van de Vrede van Utrecht, Maastricht niet serieus neemt als concurrent. “Als we die al hebben, dan is het Almere”, zo laat hij in het Algemeen Dagblad van 28 november 2008 optekenen.
“Het gaat er niet om wat je bent, maar wat je wil worden. Utrecht is een echte internationale cultuurstad aan het worden. Tot nu toe zijn de culturele hoofdsteden altijd steden geweest die zichzelf opnieuw aan het uitvinden waren.” En dan een dodelijke afsluiter: “Concurrentie zoals die van Maastricht, houdt ons wel scherp.”
À propos, over aandacht in de media gesproken: Maastricht vindt maar moeilijk een ingang naar de landelijke pers. De hoofdstad van Limburg mag dan wel kandidaat zijn, maar er wordt nauwelijks over bericht. Als je via Google zoekt op ‘culturele hoofdstad’ kom je legio artikelen tegen over Utrecht, Den Haag en Almere, maar nauwelijks inhoudelijke verhalen over Maastricht. Op een slimme manier de media bespelen is een niet te onderschatten factor. Met alleen een Twitter- of Facebookaccount en een paar websites komt Maastricht er niet.
Jezelf profileren is een kunst. Zo doet Utrecht telkens verwoede pogingen een prestigieus project als Leidsche Rijn, de grootste Vinex-locatie van Nederland, te linken aan culturele hoofdstad 2018 of op z’n minst aan cultuur in het algemeen. En als we het dan toch over heruitvinden hebben: evenementen organiseren kunnen ze in Utrecht wel, maar die potentie heeft Maastricht ook. Toch kijkt de hele wereld volgend weekend, op zondag 9 mei, naar Utrecht als het peloton in de tweede etappe van de Giro d’Italia op de Croeselaan aankomt. Ja, zo’n finish binnenhalen, kost geld. Maar de keuze maken, getuigt van lef en de economische spin-off is waarschijnlijk vele malen groter.
O ja, we gingen in Utrecht luisteren en kijken naar Mumford & Sons in Tivoli Oudegracht. Mooie zaal, goed en energiek concert. Een band van dat kaliber krijg je in Maastricht niet te zien. Daarvoor moet je naar Brussel, Düsseldorf of Keulen. Juist ja, die steden liggen op zestig autominuten van…
Categorieën:Cultuur, Toekomstvisie
1 reply »