LONDEN, 17 APRIL 2010. Putney Bridge ligt aan de districtline richting Wimbledon. Dit is bekend terrein, waar mooie herinneringen voor het oprapen liggen. Engelsen hebben een prachtige uitdrukking voor dat gevoel: a trip down memory lane. In 2001 en 2002 – het waren de gloriejaren van de Limburgse tennisser Sjeng Schalken – mocht ik als verslaggever naar Wimbledon. Elke dag in de metro, de groene lijn van Earl’s Court naar het tennispark, ten zuiden van het centrum van Londen.
Voor Wimbledon is het nog een paar maanden te vroeg. Ik stap uit bij station Putney Bridge, een paar haltes voor de beroemde grasvelden van The All England Lawn and Croquet Club, in de wijk Hammersmith & Fulham. In tien minuten loop je naar het historische stadion Craven Cottage. In 1780 bouwt Baron William Craven, precies op de plek waar zich nu de middenstip bevindt, een jachthuis. Nu is het historische voetbalgrond. Sinds 1896 speelt hier de oudste profclub van Londen, het in 1879 opgerichte Fulham FC.
Als voetballiefhebber moet je óók Craven Cottage een keer hebben bezocht. Alleen al de wandeling van Putney Bridge naar het stadion is een feest. Zeker als de zon de temperatuur op deze derde zaterdag van april voorzichtig naar zomerse waarden stuwt. Dan is Bishop’s Park langs de stinkende rivier Thames het domein van voetbalsupporters. Maar ze delen dit stukje groen met moeders die hun kinderen in de gaten houden in de speeltuinen, picknickende tieners en andere zonaanbidders.
Ja, Nou Camp in Barcelona is een monument. En wie van moderne architectuur houdt, is ongetwijfeld onder de indruk van de Allianz Arena in München, een fraai staaltje van Herzog en De Meuron. Wil je weten wat passie is, reis dan naar Glasgow om Celtic-Rangers te zien of naar Dortmund voor Borussia tegen Schalke. En in de nok van Estadio da Luz in Lissabon heb je het gevoel dat de tribune elk moment kan instorten als er wordt gejuicht voor het Portugese elftal. En zo kan ik nog wel even doorgaan met het rijtje Europese voetbalstadions die stuk voor stuk allemaal hun charme hebben.
Londen: 7,5 miljoen inwoners
Maar ik zit nu voor 40 pond op één van de 3571 houten stoeltjes op de Johnny Haynes Stand, onderdeel van het prachtige bakstenen hoofdgebouw aan Stevenage Road. Het wordt gedragen door een staalconstructie, inclusief palen die het zicht op het veld een klein beetje belemmeren. De tribune is vernoemd naar een van de beste spelers aller tijden van Fulham FC. De houten stoelen dateren uit 1905, zijn nog in oorspronkelijke staat en schier onverwoestbaar.
Onbewust moet ik terugdenken aan de Alkmaarderhout van AZ in Alkmaar. Ook zo’n knus historisch stadionnetje waar een man of negenduizend inpasten met een houten hoofdtribune. Iedere keer als ik daar als verslaggever moest werken, verzoende ik me al met een pijnlijke dood. De kortste weg naar de nooduitgang had ik weliswaar uit mijn hoofd geleerd, maar ik weet zeker dat het in geval van brand vergeefse moeite was geweest. Toch, sfeervol was het wel.
Links naast me zit een oudere man die vraagt of ik de wedstrijd tegen Wolverhampton Wanderers ook zo ‘boring’ vind. Rechts wipt een jongetje van een jaar of zeven nerveus op zijn stoel. Hij kijkt zijn vader af en toe vertwijfeld aan, want hij begrijpt niet waarom zijn helden er vandaag niet in slagen de bal meer dan vijf keer naar elkaar toe te spelen. De bijna 25.000 toeschouwers zitten met hun neus bovenop op het veld. Voetbal in Engeland, kenners weten het: veel beter krijg je het niet.
De beelden van Craven Cottage gaan op 29 april heel Europa over. Dan speelt Fulham FC de tweede halve finale in de Europa League tegen Hamburger SV. Een positief resultaat betekent een finaleplek en bij winst in de eindstrijd wordt er voetbalgeschiedenis geschreven. Dan moet je eigenlijk vinden dat zo’n sympathieke club, met een stadion dat nog steeds die typische sfeer ademt uit vervlogen tijden, ook een keer recht heeft op Europese glorie.
Categorieën:Sport
Ik krijg spontaan zin om naar een voetbalwedstrijd te gaan. Leuk!