
Kindjes in Soweto: ze staan langs de kant te zwaaien of staan op straat klaar om je een high five te geven.
SOWETO, 27 JUNI 2010. Als je in Soweto verdwaalt, maar je hebt toch dringend behoefte aan een toilet dan klop je ergens aan en zegt: sixty nine. 69 dus. Waarom? Tsebo heeft geen idee. “Zo gaat dat hier. Als je honger hebt, roep je gewoon big five. In Soweto hebben we een eigen taal, met eigen codes. Als je die een beetje beheerst, zijn de mensen vriendelijk tegen je. Dat waarderen ze. Let maar op.” Hij leert hoe we mensen moeten groeten, en wat we moeten zeggen als ze ons groeten. Ayoba, een veelgehoorde kreet tijdens het WK voetbal, is dus straattaal uit Soweto en het positieve antwoord op de vraag of het goed met je gaat. Maar er zijn nog talloze varianten.
Tsebo, zwarte muts, grijze capuchontrui en roze gympen, stapt op zijn fiets. De komende vier uur rijden we op de mountainbike achter hem aan door de South West Townships van Johannesburg, kortgezegd Soweto. Historisch gebied en nog steeds een beroemde, nee misschien beter, beruchte buurt. Nou ja buurt? Stad eigenlijk. Metropool. Niemand weet precies hoeveel inwoners er leven, maar de schattingen lopen uiteen van 3 tot 4 miljoen. Overigens, zeg hier tegen niemand dat Soweto bij Johannesburg hoort. Dat is ‘the city’ en dat is een totaal andere wereld. “Criminelen uit Soweto gaan naar de stad, want daar zit het grote geld. Daarom valt het met het geweld hier wel mee. Natuurlijk is er criminaliteit, maar echt niet meer zoveel als vroeger.”
De belevingswereld van Tsebo, geboren en opgegroeid in suburb Orlando East, is ongetwijfeld een hele andere dan die van ons. Wij kennen Soweto van de opstand van 16 juni 1976 als duizenden schoolkinderen en studenten protesteren tegen het apartheidregime, dat zich vervolgens als een olievlek uitbreidt naar de rest van het land. Het is het begin van een lange en vaak geweldadige strijd voor een menswaardiger bestaan voor de zwarten. Zuid-Afrika, zo leren de geschiedenisboeken, zal na de onlusten in Soweto nooit meer hetzelfde zijn.
Soweto: ongeveer 3,5 miljoen inwoners
Het Soweto van nu is de bekendste township – wij spreken vaak ten onrechte van krottenwijken – van de wereld. Een plek boordevol contrasten. Het is de rijkste in zijn soort in Zuid-Afrika, met een groeiend aantal miljonairs, maar de armoede is er ook overal duidelijk zichtbaar. Het aantal moorden en verkrachtingen is mondiaal een van de hoogste. De werkloosheid is enorm en ligt op 30 tot 40 procent. Tsebo heeft een route uitgestippeld die de tegenstellingen in Soweto mooi laten zien. Uiteraard komen we niet in de allergevaarlijkste buurten waar bendes, vaak Afrikaanse maffia, oorlog voeren en elkaar volgens het principe van mob justice uitroeien.
In de delen waar we wel komen, ontmoeten we de gouden glimlach die Zuid-Afrika zo kenmerkt. In buurtschap Mzimalophe is er alleen koud water en delen sommige straten één toilet. De mensen wonen tegen een maandhuur van 8 euro op een kluitje in een klein huisje, met daarachter een schuurtje van staalplaten en tóch slagen ze erin om hun waardigheid te behouden: ze zijn vriendelijk, begroeten je met een lach en vragen hoe het met je gaat. Fietstochten door Soweto zijn een relatief nieuw fenomeen, dus wij zijn op zich al een bezienswaardig. Je zou het natuurlijk ook kunnen bestempelen als ramptoerisme, maar je hebt het gevoel dat mensen oprecht aardig zijn en niet per se iets van je willen.
De kleine kindjes willen gewoon je vriendje zijn. Al is het maar voor een half uur. Ze vragen om een knuffel, willen een stukje meerijden op je fiets, pakken spontaan je hand en vragen of je ze op wil tillen om vervolgens met je zonnebril te spelen. In bijvoorbeeld Mexico, Cambodja of India zijn kinderen vaak ook niet van je af te slaan, maar meestal lopen ze dan om geld of eten te bedelen. Nee, dan de kleintjes in Soweto: ze staan langs de kant te zwaaien of staan op straat klaar om je een high five te geven. Hartverwarmend. En tegelijkertijd realiseer je je ten volle dat zij een leven in armoede leven en nooit de kansen krijgen die de jeugd in Nederland in overvloed heeft. En dat is pijnlijk.
Maar er is hoop, zegt de 21-jarige Tsebo die zelf toerisme heeft gestudeerd. Het leven in Soweto wordt heel langzaam maar zeker beter. Zo worden er aan de rand van Mzimalophe appartementencomplexen gebouwd voor oudere mensen. Even verderop in Meadowlands bestaat het merendeel van de huizen uit villa’s. Vilakazi Street is de enige straat ter wereld waar ooit twee Nobelprijswinnaars hebben gewoond: Nelson Mandela en Desmond Tutu. Als we aan het einde van de fietstocht zitten te lunchen bij café The Shack komt de eigenaar even vragen wat we ervan vonden. “Dus jullie hebben genoten van Soweto? Dat is geweldig. Goed om te horen. Dit moet weer een buurt worden waar mensen graag komen. Wij zijn er trots op om hier te wonen. Dat gevoel willen we graag met anderen delen.”
Categorieën:Stadsleven