Een prettige mix in Grahamstown

Straattheater in Grahamstown, tijdens het jaarlijkse National Arts Festival.

GRAHAMSTOWN, 1 JULI 2010. Arme Ismail Mahomed. De directeur van het National Arts Festival in Grahamstown moet op 20 juni, tijdens de openingsavond, afrekenen met een legertje boze ouders. Zij zijn nietsvermoedend met hun kinderen naar de voorstelling ‘Football Football’ gekomen. Dat gaat in deze voetbalgekke tijden, in dit voetbalgek land een aantrekkelijk schouwspel opleveren, zo moeten zij hebben gedacht. Maar de gymzaal Alec Mullins, onderdeel van het universiteitscomplex, stroomt snel leeg als de ouders erachter komen dat de show expliciet geweld en seks bevat.

Het is een heus relletje in het doorgaans zo rustige Grahamstown, een studentenstad aan de zuidoostkust van Zuid-Afrika, precies tussen steden Port Elizabeth en East Londen in. Één keer per jaar zitten alle hotelkamers tot in de verre omtrek vol en dat is tijdens het meerdaagse National Arts Festival, sinds 1974 het grootste culturele festival van Afrika. Op Edinburgh na zelfs het grootste ter wereld. Cue, de festivalkrant die dagelijks wordt uitgebracht, spreekt van ‘Football Football gets caught in a blame game’. Directeur Mahomed moet excuses maken en de shows die nog volgen aankondigen als alleen geschikt voor 16+, met opvallende vermeldingen in de krant en op A4-papier bij de ingang. Regisseur Haris Pasovic betuigt ook spijt.

Wij, niet vies van een beetje sensatie, kopen kaartjes voor de slotvoorstelling en vragen ons af waar alle ophef nu eigenlijk voor nodig was. Ja, er wordt gescholden, gevloekt en geschoten. Maar met de seks valt het allemaal wel mee. Wat we op de eerste rustdag van het WK zien is een mooie, creatieve, verrassende show over voetbal, uitgevoerd door een internationaal gezelschap dat bestaat uit zangers, balgoochelaars, acteurs en dansers uit Slovenië, België, Italië en Singapore. En dat is toch het belangrijkste op dit festival, waar meer dan 450 optredens in vijftien dagen plaatsvinden. Dat zijn vijf dagen meer dan de tien die normaal gesproken in de maand juli worden georganiseerd. Maar natuurlijk wil ook Grahamstown optimaal profiteren van alle toeristen en voetbalfans die het wereldkampioenschap bezoeken.

Maar of dat lukt? De lokale krant Grocott’s Mail betwijfelt dat: ‘Het lijkt wel of het op straat een stuk minder druk is dan vorige jaren. De supporters laten het massaal afweten. Maar dat geldt niet alleen voor Grahamstown. Met die trend hebben alle speelsteden in Zuid-Afrika te maken.’ Hoe dan ook, Grahamstown staat volop in de belangstelling en dat is terecht. Het is een verademing om een paar dagen in deze studentenstad te verblijven. Inwoners stellen spontaan hun huis ter beschikking als Bed & Breakfast  om te kunnen voldoen aan de vraag naar kamers. Zo slapen wij in de woning van politieagent en voormalig Zuid-Afrikaans topdarter Pierre Kapp en zijn vrouw Odette. De studenten van Rhodes University, een enorm complex aan de zuidkant van de stad, doen hetzelfde met hun kamers.

Het mag dan misschien minder druk zijn op straat, levendig is het wel. Overal zijn er buitenoptredens, de terrassen zitten vol, op elke straathoek klinkt muziek. Op het plein rond de kathedraal op High Street is een permanente markt ingericht die ’s nachts verandert in een tentenkamp waar de marktlui in slapen. Fiddlers Green, een groot park midden in de stad, is omgeturnd tot festivalweide waar je kunt eten en drinken en tickets voor alle voorstellingen kunt kopen. Die worden op de meest diverse locaties gehouden: in een gymzaal of in musea, in voormalige kloosters of in een van de mooie Victoriaanse gebouwen die de stad rijk is en op sportvelden in de openluncht tot binnen in de kerken. Bijna alles is te voet bereikbaar en anders is er voor bezoekers een speciale bus die op vaste plekken stopt.

Grahamstown: 125.000 inwoners

Tijdens het festival is er een prettige mix van blank en zwart die zich op straat en in de theaters begeeft. Ook in cafés en restaurant zien we veel meer interraciale vriendschappen. En dat is lang niet overal het geval in Zuid-Afrika, waar de apartheid weliswaar is afgeschaft maar blank en zwart in dorpen en bepaalde stedelijke buurten nog steeds strikt gescheiden leven. Dat is historisch zo gegroeid en het duurt nog jaren voordat het evenwicht is hersteld. Cultuur – helaas nog vaak het domein van de hoger opgeleiden – laat zien dat je grenzen kunt doorbreken.

Maar ook in het relatief welvarende Grahamstown zie je dat typische Zuid-Afrikaanse probleem: armoede. Straatkinderen, vaak niet ouder dan een jaar of tien, proberen mee te profiteren van het National Arts Festival. Neem ze dat maar eens kwalijk. Je ziet ze overal met witte schminck mimespelers imiteren. Uiteraard vragen ze geld voor de slecht uitgevoerde act. Tot groot ongenoegen van de festivaldirectie die een zekere artistieke norm willen hanteren. Maar, zo vraagt Tatana aan een verslaggever van Cue, wat is er eigenlijk mis mee? “Ik vind het heerlijk om toneel te spelen. Mijn vriendjes ook. Een mimespeler nadoen vinden we leuk. We zijn arm en hopen er een beetje geld mee te verdienen, zodat we een gelukkig leven kunnen leiden.”

1 reply »

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s