Maastricht: koester industriële iconen

Project tijdens RUHR2010: alle 311 industriële iconen in de regio worden ‘uitgelicht’ door gele ballonnen.

MAASTRICHT, 2 FEBRUARI 2011. Maastricht Culturele Hoofdstad 2018 is een project van de lange adem. In deze eerste oriënterende fase is het vooral zaak om te leren van anderen. Hoe ga je, bijvoorbeeld, om met het industrieel erfgoed in de regio? Wijze raad kwam deze week uit Liverpool en Essen.

Het is verleidelijk nu al te dagdromen over die mooie, ambitieuze culturele droom die zo verwachtingsvol in de lucht hangt. Ongrijpbaar, ondefinieerbaar. Was het maar alvast 2018. Dan weten we of er tentoonstellingen worden georganiseerd die het predikaat blockbuster verdienen en dan hebben we zicht op spraakmakende evenementen en activiteiten waar we onze agenda graag voor uitruimen.

Maar ho, stop, rustig, roept artistiek directeur Guido Wevers van kandidaat cultuurhoofdstad Maastricht dan. Zo ver is het nog lang niet. Doe een stapje terug. Ga eerst naar een belangrijke basisvraag: wat hebben we eigenlijk al? Begin eens bij het industrieel erfgoed in de regio. Niet alleen in Maastricht – waar de maakindustrie pareltjes als het Eifelgebouw, de Timmerfabriek en het voormalige ENCI-gebouw (nu AINSI) heeft achtergelaten – maar ook het mijnverleden van Parkstad en de regio Genk is goud waard als je vecht voor de titel cultuurhoofdstad van Europa.

Maastricht: 118.000 inwoners

Koester wat je hebt, wees er trots op en draag het vooral uit. Dat is de boodschap van Neil Peterson en Oliver Scheytt. Zij spreken woensdag op een symposium, georganiseerd in Continium Kerkrade, op uitnodiging van Wevers. Beiden hebben culturele hoofdstadervaring: Peterson was projectmanager in Liverpool (2008) en Scheytt directeur vorig jaar in Essen, beter bekend als RUHR2010. „Benoem de identiteit van je regio”, zegt Scheytt. „Bij ons is dat kolen en staal. Ja, we wisten dat het ook negatieve associaties oproept, maar je kunt het niet wegdenken. De mijnen zijn het kapitaal van onze regio. Vroeger en nu. We noemden het ‘Industriekultur’ en dat begrip wordt nu alom positief uitgelegd. Iedereen in het Ruhrgebied identificeert zich ermee.”

Volgens Peterson mag je de definitie van erfgoed ook best wat breder trekken. „Liverpool was en is voetbal en muziek: FC Liverpool en The Beatles. Natuurlijk moet je daar als stad dan iets mee. Wij lieten Paul McCartney optreden in het stadion van Liverpool. We maakten een toneelstuk over Bill Shankly, de beste trainer van Liverpool ooit. Dat lieten we opvoeren in een ruige buurt van de stad. Mensen kwamen in hun voetbalkloffie naar het theater. Daar waren ze nog nooit geweest! Ze vonden het geweldig. Op die manier zorg je ook voor meer draagvlak onder de ‘gewone’ mensen.”

Dat Liverpool ook oog heeft gehad voor haar industriële erfgoed maakt The Albert Dock duidelijk. Peterson laat een foto zien uit de jaren tachtig, waar dit havengebied met zijn statige pakhuizen er totaal verloederd uitziet. Een opknapbeurt heeft van deze buurt het meest geliefde plekje van de stad gemaakt, met vele uitgaansgelegenheden en prestigieuze culturele instellingen zoals Tate Liverpool. Het was het kloppend hart van de cultuurhoofdstad in 2008.

Liverpool en Essen, onvergelijkbare grootheden. Maar dat geeft niet. Het gaat nu nog even om de gedachtevorming, ideeën opdoen. Leren van anderen, je laten inspireren. Wevers realiseert zich dat de Euregio straks meer moet zijn dan alleen het verhaal van Maastricht. „Als je Florence zegt, ziet iedereen dat zo voor zich. Zeg ik regio Maas-Rijn, weet niemand waar ik het over heb. Dat wordt een uitdaging. Maar als we de iconen die dit gebied rijk is met elkaar weten te verbinden, is een deel van het verhaal al verteld.”

Dit verhaal is gepubliceerd in Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad op vrijdag 4 februari 2011. Zie ook voor een interactieve tijdlijn www.limburger.nl/mch2018

3 replies »

  1. Goh,
    Een symposium over wat we al wisten.reeds in eerde discussies binnen onze cie ESZ in Maastricht heb ik al aangegeven dat we moeten kijken wat wevals stad al hebben.Maar dat ze dan gelijk al mensen uit andere steden halen om dit nogmaals te bevestigen….mijn gevoel spreekt steeds meer dat er enorm veel geld gestoken worden in bevestigd willen hebben in wat er al eens gezegd is, en niet besteed wordt aan juist het doel van de misse; kandideren voor MCH2018. Dus toch weer veel geld uitgeven aan bobo-bijeenkomsten in plaats van draagvlak creeeren juist onder de sceptici. Onlangs nog in een panelbijeenkomst in ‘De Muziekgieterij’ komt Wevers op het lumineuze idee om een paper op te stellen, terwijl iedereen roept; we moeten iets gaan doen!! Ben benieuwd wanneer hij met voeten weer op aarde komt.

  2. Dag Ben

    Dank voor je reactie. Het is al vaker gezegd: dit project levert een wankel evenwicht op. Het ongeduld van de bevolking die zo snel mogelijk iets concreets wil zien (of dit allemaal een verspilling van geld vindt…) vs. de beleidsmakers die zeggen dat tijd nodig is om te komen tot een fatsoenlijk bidbook. To be continued. In de Limburgse kranten volgende week meer over dit onderwerp.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s