Haji Lane, een smal straatje in de Arabische wijk van Singapore, is het favoriete terrein van modeliefhebbers.

SINGAPORE, 18 FEBRUARI 2011. Het jachtgebied van de ware fashionista in Singapore lijkt in niets op het zelfverklaarde paradijs van de toerist, die zich graag onderdompelt in de luxe van gepolijste shoppingmalls waar behalve de klant ook de airconditioning koning is. In deze Aziatische stad is winkelen de nationale sport. Iedereen doet het. Altijd. Overal. Liefst tussen hoog opgetrokken muren of in de moderne variant, gegoten in een jas van glas en staal.

Maar het cliché kent meerdere verschijningsvormen. Wie een glimp wil opvangen van de modebewuste generatie moet ook de charme van het contrast kunnen waarderen. Ingeklemd tussen Arab Street en Bali Lane ligt een straat waar je, als je even niet oplet, zomaar aan voorbij loopt. Of rijdt. Dat is zonde, want volgens de invloedrijke Amerikaanse krant New York Times is dit “een fashion hub die je niet mag missen”.

Zangeres Gwen Stefani, die in de herfst van 2009 in Singapore komt optreden, geeft haar chauffeur zonder dralen opdracht koers te zetten naar de Arabische wijk. In het hart van een buurt waar al meer dan honderd jaar handel wordt gedreven, niet ver van de Sultan Moskee, ligt Haji Lane. Daar is het te doen, zo is haar ingefluisterd.

Een smal weggetje is het eigenlijk. Er passen geen twee auto’s naast elkaar. Een kleurrijke laan met aan weerzijden boetiekjes over een lengte van nauwelijks een kilometer dat sinds een jaar of twee, drie officieel hip is verklaard door trendwatchers. In trek – kennelijk – bij internationale sterren. Al snel opgepikt door een oplettende voorhoede die zich afkeert van het traditionele winkelcentra hoppen.

Mond op mondreclame doet vervolgens de rest. Al blijven populaire reisgidsen als Lonely Planet en The Rough Guide voorlopig nog achter. Het duurt immers altijd een paar jaar voordat er weer nieuwe, herziene uitgaven worden gedrukt. Maar de moderedacties van kranten en tijdschriften sturen steeds vaker locale verkenners naar Haji Lane om te controleren of het echt waar is wat ze zeggen.

Singapore: 5 miljoen inwoners 

“With very little fanfare, the collection of narrow shop-houses have, in less than a year, been transformed into an aggressively hip retail stretch recalling Le Marais in Paris or New York’s Meatpacking District”, zo noteert de verslaggever van Time Magazine enthousiast. Dan kan het dus zomaar gebeuren dat je hele wand vol komt te hangen met ingelijste quotes uit dit soort – zeker niet de minste – bladen.

Zoals op nummer 31, bij Pluck met de toevoeging: Style Emporium en Ice Cream Parlour. Misschien nog het best te omschrijven als een combinatieboetiek. Je kunt er spullen kopen, ontworpen door Singaporese designers. Maar voor drie euro heb je ook twee bolletjes ijs. Eigenaresse Aisah Omar, 36 jaar, zit achter de toonbank. Ze groet iedereen die binnenkomt vriendelijk. Ik zal haar maar geen kritische vragen stellen over hoe ze in godsnaam haar winkel draaiende kan houden. Lees namelijk een interview met haar in Business Week, een artikel dat ook al dienst doet als muurdecoratie, waarin ze zegt gemiddeld ongeveer vijftig klanten per week over de vloer te krijgen.

Ze doet daarom bijna alles zelf. Ramen wassen, vloer dweilen, stofzuigen, administratie bijhouden, artikelen in- of aankopen, mensen helpen, vragen beantwoorden, koffie zetten, bedienen. Bij hoge uitzondering, meestal op piekuren, huurt ze parttimers of stagiaires in. Dat houdt de kosten laag. Maar ondernemen betekent nu eenmaal risico’s nemen.

En dat doet Aisah graag. Zo zijn er meer in Haji Lane. Creatievelingen, designers en kunstenaars met een hart dat klopt voor mode. Allemaal min of meer uitgedaagd door een initiatief van het beroemde Japanse modemerk Comme des Garçons, dat in 2005 een tijdelijke outlet opent. Na een jaar sluiten de deuren, maar plotseling wil iedereen naar Haji Lane. Het is het begin van een bloeiperiode die nu op haar hoogtepunt is. De wereld zal het weten.