
Tet 2006 bij het beroemde hotel Continental in Saigon: Graham Greene schreef hier ‘The Quiet American’ in de Vietnamoorlog.
SAIGON, 29 JANUARI 2006. De swingende en springlevende metropool ontwaakt vandaag als een lome, ingedutte provinciestad. Waar winkels en restaurants hermetisch met een ijzeren hekwerk zijn afgesloten, waar taxichauffeurs in hun wagen slapen en geen aanstalten maken om klanten te paaien, waar het aantal ‘motobikes’ tot een minimum is teruggebracht. Maar waar jonge Vietnamezen op straat bier met elkaar drinken en af en toe liederen zingen, toeristen worden aangemoedigd aan te schuiven, mee te drinken, mee te praten, mee te vieren.
Vandaag is de eerste dag van het nieuwe jaar. Het Chinese nieuwjaar, lunar new year, Tet, het is het jaar van de hond. Een jaar dat gisteravond, vannacht eigenlijk, zo spetterend werd ingeluid. Met vuurwerk op vier plaatsen gelanceerd in Saigon. Op het dakterras van het Riverside Hotel waren wij, genietend van een lopend buffet en het formidabele uitzicht, er getuige van. Het is, zo leerden wij gisteren van onze gids Bob, de inwoners van Saigon sinds 1995 verboden om zelf vuurwerk af te steken. In het verleden heeft dat zijn tol geëist, de regering heeft beslist dat er nog slechts op een paar plekken in de stad pijlen de lucht in mogen. Het is ook stukje zelfbescherming: de arme Vietnamezen kunnen hun geld beter aan andere dingen uitgeven.
Tet is het grootste evenement in Vietnam. En dat hebben we gemerkt. Het is van culturele en historische importantie. Gisteren, op weg naar Mytho, zagen we duizenden mensen Saigon verlaten op hun brommers en scooters. Met zijn tweeën of drieën op de ‘motobike’, plus weekendtas en gele bloemen. Tet vier je met de familie en die woont vooral op het platteland. Het Chinese nieuwjaar gaat gepaard met ontelbaar veel gebruiken, tradities, etiquetten en geloof.
In The Guide, het maandelijkse uitgaansmagazine voor Hanoi en Saigon, lees ik onder meer dat tijdens Tet niet over de dood mag worden gesproken, want dat brengt ongeluk. Er mag ook eigenlijk niks fout gaan, want de eerste dag van het nieuwe jaar staat symbool boor de rest van het jaar. Veel mensen kopen nieuwe kleren, poetsen hun huis grondig en proberen van hun schulden af te komen om zo maar een goed nieuw begin te kunnen maken. En natuurlijk gaat Tet ook gepaard met veel ongelukken, omdat er altijd mensen dronken op hun brommer of in de auto stappen.
Tet zal voor mij altijd dit beeld blijven: uit het raam op de derde verdieping van het Riverside kijk ik samen met L. naar beneden en zien we tienduizenden mensen op straat. En niet alleen daar, in de Ton Due Thang, ook in de Nguyen Hué en Dhoi Khoi, krioelen taxi’s, brommers en lopende mensen als mieren langs elkaar heen. De nacht is zwoel en vol opwinding. De rook van het vuurwerk hangt nog in de lucht. Alsof Saigon nog niet genoeg smogoverlast kent. Er zit nauwelijks beweging in de massa.
Saigon: 7 miljoen inwoners
Ik ken dit beeld alleen van leeglopende stadions of huldigingen van sporthelden. Het is nacht, maar overal is licht. Waar willen deze mensen, die kennelijk allemaal op straat naar het spectaculaire vuurwerk hebben gekeken, eigenlijk allemaal naar toe? Naar huis, klaarblijkelijk, want plots is daar een opening. Scooters zoeven weg, taxi’s toeteren zich een weg door de uiteenstuivende menigte. En dan lopen we in wandeltempo door de snel leeglopende straten van Saigon. Het lawaai zit in onze hoofden. De stilte treedt langzaam maar zeker in. De swingende en springlevende metropool maakt zich op voor een kort bestaan als loom en ingedutte provinciestad.
Categorieën:Cultuur