
De ‘Berlijnse muur’ rond Bethlehem op de West Bank, Israël.
BETHLEHEM, 15 MEI 2008. Waar was je toen…? Het Nederlands elftal Europees kampioen werd in 1988? De Twin Towers in New York werden aangevallen op 11 september 2001? Pim Fortuyn in 2002 werd doodgeschoten in Hilversum? De vraag doet het altijd goed op familiefeestjes of in de kroeg met vrienden, als je plots collectief een vlaag van nostalgie voelt opkomen.
Waar was je toen…? De Berlijnse muur viel in 1989? Ik heb het antwoord niet. Ik was elf jaar en heb werkelijk geen idee wat ik waar deed. Voor de tv zitten waarschijnlijk, net zoals miljoenen anderen. L. weet het ook niet, maar vermoedt dat ze hetzelfde aan het doen was. De vraag is op deze zonnige ochtend confronterend actueel. We staan oog in oog met een metershoge betonnen muur. In dikke zwarte letters is de tekst ‘Ich bin ein Berliner’ erop gekalkt. Welkom in Bethlehem, Westelijke Jordaanoever (West Bank), Israël.
Of nou ja, Bethlehem is eigenlijk Palestijns grondgebied. Sinds 1995 staat de 61.000 inwoners tellende stad met die nog immer magische klank onder controle van de Palestinian National Authority, die een programma voor economisch herstel en toerisme in gang heeft gezet. Klinkt leuk, maar het zegt in dit land zo weinig. De politieke situatie is al jaren wankel en complexer is het vrijwel nergens.
Israël heeft in 2003 een honderden kilometers lange muur op de West Bank gebouwd. Als reactie op Palestijnse zelfmoordaanslagen waarbij honderden Israëlische soldaten omkwamen. Een jaar later doden terroristen 19 mensen in de buurt van Jeruzalem. De daders komen uit Bethlehem. En daar staan we dan, met een brok in de keel. Ongelooflijk. Twintig jaar na de val van de Berlijnse muur, hebben ze er hier gewoon nog een neergezet.
Bethlehem: 176.000 inwoners (gouvernement)
Het is maar een kwartiertje rijden naar Bethlehem, binnendoor vanuit Jeruzalem. Maar het advies luidt: bereid je goed voor. ‘Even op en neer naar Bethlehem’, of naar welke Palestijnse stad dan ook op de Westelijke Jordaanoever, is geen optie. Dat weten we van ons bezoek aan de Palestijnse stad Jericho, een paar dagen geleden.
Na drie roadblocks, een controlepost, eindelijk een checkpoint gevonden dat wordt bewaakt door militairen. Bedenk je eerst twee keer of je het risico wilt lopen om met een Israëlische huurauto op Palestijns grondgebied te rijden. De verzekering dekt eventueel opgelopen schade niet. Onze nieuwsgierigheid wint het van de twijfel. De controle valt mee, zeker als de soldaten zien dat we toeristen zijn uit Nederland. Voordat je het in de gaten hebt, ben je vijf minuten in gesprek en vormt er zich een file achter je. “Sorry voor de overlast, wij doen ook maar ons werk”, is vaak de reactie van de vriendelijke militairen.
Bethlehem kun je met een Israëlische auto niet in. Die moet je achterlaten op de parkeerplaats voor de stad. Dan moet je eerst door een soort loods waar je paspoort, en eventuele bagage, streng wordt gecontroleerd en zigzaggend langs hekwerken met prikkeldraadwaar. In de stad staan een tiental gele taxi’s je op te wachten. Wij gaan lopen naar de belangrijkste attractie van Bethlehem: de geboortekerk van Jezus. Maar je vraagt je toch ernstig af wat hij aan het doen was toen die muur werd gebouwd…
Categorieën:Stadsleven