ROTTERDAM, 4 DECEMBER 2010. Een tweet van @dDeprez om 18.48 uur: “Doe ze daar de groeten.” @dDeprez is de Twitternaam van David Deprez, de artistiek directeur van het Maastrichtse filmhuis Lumière. ‘Daar’ is LantarenVenster, Lumière’s grotere broer in Rotterdam. En voor ‘de groeten’ is het te laat. We hebben zojuist een Oscarwaardige Jennifer Lawrence in Winter’s Bone gezien en zetten tevreden koers richting een spekgladde Erasmusbrug.
Mooi medium hoor, Twitter. Ik vraag Deprez meteen of hij LantarenVenster ook zo mooi vindt en of het een voorbeeld is voor Maastricht. Zijn antwoord, dat een paar uur op zich laat wachten, past keurig binnen de 140 tekens: “Een voorbeeld zeker, maar in Maastricht moeten we iets meer oog hebben voor de menselijke maat.” Hij heeft natuurlijk gelijk.
Als Lumière in 2012 gaat verhuizen van de Bogaardenstraat in Maastricht naar het beoogde nieuwe cultuurcentrum, de voormalige Timmerfabriek van de Sphinx in de wijk Belvédère, brengt dat nieuwe kansen en mogelijkheden met zich mee. Er liggen plannen om zes filmzalen te bouwen met in totaal vijfhonderd stoelen. Nu heeft Lumière 326 stoelen.
De grootstedelijke allure waar Lantaren/Venster zich in kan wentelen, ontbreekt in Maastricht sowieso. Het Rotterdamse filmhuis heeft een paar weken geleden de sprong over de Maas gemaakt, nadat de deur van het in 1909 opgerichte kunstpodium aan de Gouvernestraat deze zomer definitief op slot ging. Tot groot verdriet en afgrijzen van veel liefhebbers die met veel misbaar spreken van een ‘culturele leegloop’ van het centrum van Rotterdam.
In 2001 is het Nieuwe Luxor Theater de eerste culturele instelling die de oversteek naar de Wilhelminapier ‘op Zuid’ maakt. Ook het Fotomuseum en de Stichting Kunst van Rotterdammers vinden onderdak op de pier, in het voormalige werkplaatsengebouw van de Holland Amerika Lijn, Las Palmas.
Rotterdam: 608.000 inwoners
Winter in Rotterdam. Guur, koud, glad. Het sneeuwstormt al de hele dag. Maar dat levert prachtige, haast idyllische plaatjes op als je in het restaurant van LantarenVenster aan een warme kop soep zit. De hoge ramen bieden een uitzicht op de Rijnhaven. Het nieuwe filmhuis met vijf zalen en zeshonderd stoelen, waar ook jazzconcerten worden georganiseerd, huist op de eerste verdiepingen van Nederlands hoogste woontoren. New Orleans, 158,35 meter, is ontworpen door de Portugese architect Alvaro Siza en afgelopen november opgeleverd door Vesteda. Er zijn 234 woningen, huur en koop in het duurdere prijssegment, en volgens Vesteda is alles inmiddels bewoond.
Critici blijven beweren dat het filmhuis door de gemeente is gebruikt als wisselgeld om de ‘slapende’ kop van Zuid tot leven te wekken en om projectontwikkelaar Vesteda tevreden te stemmen. Maar het restaurant zit vol en ook op de banken in de stijlvolle maar strak ingerichte foyer is het druk. En dan moet de avond nog beginnen.
“Ach”, zegt de vriendelijke mevrouw die de kaartjes knipt. “Het geklaag komt van een bepaalde groep, vooral ouderen die zeer gehecht waren aan de oude locatie. Dat hou je altijd. Laten we wel zijn: zij sterven vanzelf uit. Je doet het nooit echt goed en kan niet iedereen tevreden stellen. Het is belangrijk dat we ons concentreren op een nieuwe doelgroep. Ik zie hier eigenlijk alleen maar blije gezichten.”
Blije gezichten. Dat wil @dDeprez over een jaar of twee in Maastricht natuurlijk ook. Hij wil dus vooral oog houden voor de ‘menselijke maat’. Maar hoe? Een tipje van de sluier via Twitter dan maar. “Grootstedelijke huiselijkheid. iPad die aanvoelt als een weekendkrant, warme choco/Neuburg. Supervriendelijke m/v achter de bar.” Zoiets. Ik wens Deprez veel succes met de uitdaging en verheug me op 2012.
Categorieën:Cultuur
3 replies »