
Terminal Düsseldorf Airport: de wirwar aan borden, het opgewonden gezoem van toeristen die worstelen met overbeladen karretjes.
DÜSSELDORF, 11 MEI 2011. Een bekentenis: als ik ’s avonds niet in slaap kan komen (dat gebeurt gelukkig niet zo heel vaak), probeer ik alle vliegvelden waar ik ooit ben geweest op te sommen. Juist ja, beschouw het als de meer uitdagende variant van schaapjes tellen. Maar dan oneindig veel moeilijker. In mijn hoofd is elke luchthaven een sleutel die toegang verschaft tot een schatkist vol mooie reisherinneringen.
Heb er, meer dan op welke plek ook, uren wachtend doorgebracht. Bij elkaar opgeteld geen dagen maar waarschijnlijk eerder weken. Me vermaakt met niks doen, lezen, luieren, mensen kijken. In het bericht Stuck at the airport for a year! in de Amerikaanse krant USA Today vandaag verwoordt de Engelse professor Damian O’Doherty de magie. Hij rijdt al bijna een jaar op de fiets naar het vliegveld van Manchester om onderzoek te doen.
“Ik wil de cultuur van de luchthaven beter begrijpen. Ik bestudeer het gedrag van de mensen die er werken, maar ook de passagiers. Hoe verhouden ze zich tot elkaar? Welke rol speelt de omgeving daarin? Het is interessant te bekijken wie er aan de touwtjes trekt achter de schermen en hoe dat georganiseerd is. Wie hangt de beveiligingscamera’s op? Het gaat om grenzen. Niet alleen tussen naties, maar ook tussen land en lucht. Vliegen betekent voor veel mensen nog steeds de vervulling van een droom.” O’Doherty heeft zijn vrouw inmiddels plechtig moeten beloven dat hij er eind volgende maand mee stopt.
Uitgerekend deze ochtend heb ik een interviewafspraak op Düsseldorf Airport, aan de noordkant van de stad. In de auto zonder zware koffer in de achterbak, slechts met pen en kladblok aan boord. Dat voelt vreemd. Op weg naar een van Europa’s grootste luchthavens moet ik denken aan de film The Terminal uit 2004. Acteur Tom Hanks speelt een Oost-Europeaan die noodgedwongen lange tijd op JFK Airport in New York moet verblijven. Hij gaat er wonen en werken. Dat lijkt me eigenlijk zo erg nog niet.
Düsseldorf: 584.000 inwoners
‘Welcome to Düsseldorf host city 2011’, staat er op de borden over de hele lengte van de hypermoderne terminal in de vorm van een halve maan. Circus Eurovisie Songfestival is hier deze week neergestreken, vandaar. Heb de neiging om direct door te lopen naar de paspoortcontrole. Zoals de laatste keer, alweer een tijdje geleden. Eind 2008 is dit voor L. en mij het startpunt van een reis naar Buenos Aires. Om half zeven ’s ochtends een broodje Schnitzel als ontbijt in een vrijwel leeg cafetaria waar de nasale stem van Cher uit de luidsprekers schalt. Hoe verzin je het.
De wirwar aan borden, het opgewonden gezoem van toeristen die worstelen met overbeladen karretjes. De schreeuwende reclameborden van Air Berlin, die trots hun bestemmingen in Amerika aanprijzen. Je kunt de beelden zo uit tekenen: vermoeide reizigers die meerdere stoelen bezet houden, de zakenmannen die naar hun laptopscherm staren, de laatste oproep voor passagiers die vlucht dreigen te missen, de bemanning die komt aanlopen en met voorkeursbehandeling door de beveiligingspoortjes wordt geloodst. Ik hou van al die taferelen.
Dit is een stad binnen een stad. Een hele speciale, en vaak ook een dynamische. Of je moet in veredelde hangars terechtkomen die fungeren als een soort laad- en losplaats, zoals op het Griekse eiland Thassos en in het Argentijnse plaatsje Trelew in Patagonië. Dan is de zoektocht naar vermaak een lastige en zorgt de aanwezigheid van een tijdschriftenkiosk al voor een glimlach. Ook al kun je er geen letter van lezen.
Je zult in het holst van de nacht maar moeten wachten op het vliegveld van Amman, waar geen eettent meer open is. Soms is de tijd doden een feest, zoals op de knusse luchthaven van de hoofdstad van Laos, Vientiane. Of je leest – later pas – in een krant dat je in Atlanta hebt gegeten bij een van de beste airportrestaurants van de Verenigde Staten. Ach, zo heeft elk vliegveld zijn eigen onweerstaanbare charme.
Dat weet mijn gesprekspartner aan tafel midden in de terminal van Düsseldorf ook. Hij reist voor zijn werk door heel Europa. Zijn gemiddelde? Bijna twee vliegvelden per week. Zijn zoontje van drie is al in 22 landen geweest. Het zijn jaloersmakende cijfers. Als je van luchthavens houdt, tenminste.
Categorieën:Algemeen
Mooi verhaal!
prachtig verhaal knul, maar ik ben blij als je weer in Maastricht bent