ARNHEM, 2 JUNI 2011. In Duitsland hebben ze een mooi woord voor een locatie als deze. Geheimtipp. Van harte aanbevelingswaardig dus. De term gaat uit van een zekere onbekendheid bij het grote publiek, maar het verraadt ook het exclusieve karakter van de plek. Dat kan kloppen. De massa zit nu immers aan de Rijnkade, ingeklemd tussen Nelson Mandela- en John Frostbrug, waar alleen grote parasols bescherming bieden tegen de zon die vandaag een vrijgeleide heeft gekregen.
Nee, dan café Amber. Laten we het Arnhems best bewaarde horecageheim noemen. Het ligt aan de Velperweg, een kilometer of drie uit het centrum. Om in hippe termen te blijven: het is een pop-up café. Genieten kun je hier slechts tijdelijk. Tot en met 3 juli om precies te zijn. Dan eindigt het grootste mode evenement van Nederland, de Arnhem Mode Biënnale, en komt er ook een einde aan het leven van café Amber.
Best jammer. Het terras, in de schaduw van een immense fabriekshal op het terrein van AkzoNobel, is één grote picknickplaats. In het gras zijn ronde dekens met een roodwit geblokt patroon neergelegd, bezoekers luieren en lezen in ligstoelen en zitzakken, daar tussen in grote bakken met planten. Onder een, wat nog het meest lijkt op een met tentzeil overspannen fietsenstalling staan houten tafels die je kunt bestellen bij mijnpicknicktafel.nl.
Arnhem: 146.000 inwoners
Wie of wat is Amber eigenlijk? Amber is een verzinsel van Joff. Joff – geen achternaam, want dat is niet nodig vindt de 34-jarige Joff, is de artistiek directeur van de Mode Biënnale. Amber is zijn muze. Bedacht om het begrip mode persoonlijker te maken. “Amber is een naam en dat voelt als een persoon met veel karaktereigenschappen”, zegt Joff in een interview met NRC Handelsblad.
Op de cover van de catalogus die je krijgt als je een kaartje koopt voor de hoofdtentoonstelling in het gebouw van AkzoNobel, is Amber afgebeeld als een verleidelijke jonge blonde vrouw die in een beige jasje met grote gaten achter een bureau zit. Bij binnenkomst, als je nog geen modieus kledingstuk hebt gezien, word je in een donkere ruimte langs geurzuilen geleid waar je het parfum kunt ruiken dat onder de naam Amber op de markt is gebracht.
Voor Joff is mode vergelijkbaar met een mysterieuze femme fatale, vertelt hij in Het Parool. In het12.000 vierkante meter grote industriële pand wil hij laten zien dat mode meer is dan een kledingstuk. Ontwerpers die installaties hebben gemaakt, zoeken nadrukkelijk verbindingen met andere kunststromingen, zoals film, muziek en architectuur. Zo werkt Prada samen met architect Rem Koolhaas die een catwalk heeft ontworpen.
De expositie is vaker voorspelbaar dan origineel, op een aantal uitschieters na. Zoals het meisje dat op een ziekenbed ligt van het Belgische ontwerpersduo A.F. Vandevorst. Zij is gemaakt van kaarsvet en staat voor de vluchtigheid van mode. Ook de op het ritme van de muziek opwaaiende jurken van Niels Klavers en Astrid van Engelen zijn prachtig.
Pronkstuk blijft de hal zelf. Niet voor niets is AkzoNobel in het jaar 2011 hoofdsponsor en biedt het de Mode Biënnale onderdak. Precies een eeuw geleden begint Jacques Hartogs aan de Arnhemse Velperweg de Nederlandse Kunstzijdefabriek Enka, dat later een belangrijk onderdeel van Akzo wordt. Het hoofdkantoor is ontworpen door architect H.T. Zwiers, die zijn voorliefde voor baksteenarchitectuur combineert met ornamentiek en technieken als prefab. Sinds 2005 is ‘De Grote Enk’ een appartementencomplex en is het een rijksmonument geworden.
Om de hoek, op het terrein van de belangrijkste Nederlandse verfproducent AkzoNobel, ligt het immens industrieel fabrieksgebouw waar de belangrijkste tentoonstelling van de vierde modebiënnale in de verschillende ruimtes vorm krijgt. Wie goed kijkt, ontwaart nog opgedroogde verfresten in de roosters op de grond. De bezoeker wordt er in een soort doolhof doorheen gestuurd. Maar uiteindelijk kom je altijd uit bij café Amber die als verleidelijke vrouw met allerlei lekkers op je wacht.
Categorieën:Cultuur
2 replies »