JOHANNESBURG, 14 JUNI 2010. Verdwaald in Johannesburg? Het zal toch niet waar zijn hè. De weg zoeken in een miljoenenstad die je niet kent, is altijd vervelend. Gelukkig hebben we hulp van onze gps, maar ook die kent kennelijk zijn beperkingen. En dan, als we al een paar gevaarlijke manoeuvres hebben uitgehaald in een wat nog het meest op een industriegebied lijkt, verschijnt daar plots een redder in nood. Een man in een aftandse lichtblauwe Toyota ziet ons hevig twijfelen bij een kruising. Hij draait zijn raampje omlaag. “Goodmorning! Where is it that you want to go?”
Naar het Soccer City Stadium van Johannesburg, alstublieft. Over een uurtje of drie speelt Nederland daar de eerste wedstrijd van het wereldkampioenschap in Zuid-Afrika tegen Denemarken. Het aantal auto’s om ons heen neemt nu snel toe. We zijn dus in de buurt, maar tja, waar zijn we precies? De infrastructuur rond de stadions, vooral als je op de toegangswegen in de wijken verzeild raakt, is nog niet wat het moet zijn. En dan dreig je, ook al ben je al sinds zes uur vanochtend onderweg vanuit Clarens, een klein dorp ten noorden van Lesotho, alsnog later dan gehoopt aan te komen. “Follow me”, zegt de man.
Hij slaat rechtsaf en steekt zijn hand door het raam. Hij zwaait ten teken dat we achter hem aan moeten rijden. Dat doen we. Maar niet zonder twijfel. Rechts zien we ineens het prachtige nieuwe stadion van Johannesburg opduiken. De man rijdt door. Hij maakt een stevige bocht om het voetbalstadion. De neiging is groot om het heft weer in eigen hand te nemen en het van hieruit zelf uit te zoeken. Wat als hij ons rechtstreeks township Soweto, op een steenworp afstand van het stadion, inleidt? Dat is geen aantrekkelijke gedachte op deze zonnige maandagmorgen. Maar de route die hij nu neemt, lijkt dan weer logisch. Bovendien hebben we na een week in Zuid-Afrika zoveel vriendelijke en openhartige mensen ontmoet dat onze gids voorlopig even alle vertrouwen verdient.
Dat blijkt een goede keuze. Bij een stoplicht stapt de man uit. Het spijt hem dat hij ons niet verder kan begeleiden, maar als we hier rechtsaf slaan, komen we bij een parkeerplaats vlakbij het stadion uit. Er staat een rij auto’s te wachten. “Just be patiënt. You’ll be allright.” Hij geeft ons een hand en rijdt weg. Nauwelijks een half uur later ligt het gebouw dat symbool moet staat voor de wederopstanding van Zuid-Afrika letterlijk aan onze voeten, de skyline van Johannesburg – gehuld in een bruine deken van smog – op de achtergrond.
Johannesburg: 5,3 miljoen inwoners
Het Soccer City Stadium heeft de vorm van een ‘calabash’, een traditionele Afrikaanse kookpot in de kleuren bruin, geel en rood. Nu Zuid-Afrika gastheer is van het WK voetbal wil de controversiële president Zuma indruk maken op de wereld: volgens hem is 2010 het belangrijkste jaar sinds 1994 toen er een einde kwam aan de apartheid. Gloednieuwe stadions, die worden gezien als pareltjes van moderne architectuur, zoals het Green Point Stadium in Kaapstad, het Moses Mabhida Stadium in Durban met een spectaculaire boog boven het dak en het Soccer City Stadium, zijn de iconen die het land aanzien moeten geven in de belangrijke maanden juni en juli en het tijdperk dat daarna aanbreekt.
“Soccer City is niet zomaar een stadion, het is een monument, een demonstratie van de mogelijkheden en kwaliteiten van dit land”, zegt Danny Jordaan, hoofd van het Zuid-Afrikaanse organisatiecomité deze week in magazine Time. De spelerstunnel is een replica van een mijnschacht. Het is een eerbetoon aan het werk van de zwarte arbeiders, die tijdens de apartheid zuchten onder het ‘witte racisme’, maar die nu eigenhandig en in rap tempo het nieuwe Zuid-Afrika vormgeven. Als beloning hebben de stadionbouwers van Jordaan in totaal 54.000 wedstrijdkaarten gekregen, twee per persoon.
De Afrikaanse kookpot in Johannesburg drukt de hoop van de natie uit. Miljarden tv-kijkers uit de hele wereld en bijna 90.000 toeschouwers in het stadion zelf hebben afgelopen vrijdag de openingswedstrijd tussen Zuid-Afrika en Mexico gezien. Iedereen die wij op doorreis in dit mooie land spreken, is vol van de ‘World Cup’. Er is geen conversatie die zonder het woord ‘voetbal’ verloopt. Sport verbroedert. Er is geen plek op aarde waar dat gevoel meer heerst dan hier. Veel mensen geloven echt dat het wereldkampioenschap de negatieve spiraal – kijk bijvoorbeeld naar de officiële geweldcijfers: dagelijks 50 moorden en 140 verkrachtingen – kan doorbreken.
In Soccer City waan je je even in een andere wereld. En dat komt niet door de oranje stoeltjes die tijdens Nederland-Denemarken lichte partijdigheid verraden. Het stadion, waar straks op 11 juli ook de finale wordt gespeeld, is imposant. Ook al moeten de spelers van het Nederlands elftal erg wennen aan het spelen op 1600 meter hoogte. “Het veld was heel droog en heel groot”, vertelt Rafael van der Vaart na afloop. En zo zal er de komende tijd nog vaak en veel worden gesproken over de ‘calabash’. Nog nooit heeft een sportevenement zoveel aandacht gekregen via traditionele én nieuwe media als Facebook en Twitter. Voor Zuid-Afrika is alleen dat al pure winst.
Categorieën:Sport
Hai L en B,
Hoe bevalt het natuurschoon? Komen jullie goed tot rust tussen de ‘wilde dieren’? En zijn jullie alweer toe aan de Oranje-gekte/WK-gekte in Durban?
Liefs So
Wat cool die zebra:)!! Hoe schattig.
Liefs So