
Glow 2018, lichtshow op het Pullman-hotel in Eindhoven.
EINDHOVEN, 16 NOVEMBER 2018. De afgelopen weken heb ik een bescheiden Tour de Hollande gemaakt langs steden waar ik al een tijdje niet meer was geweest. Eindelijk kon ik wat zaken van mijn lijstje afstrepen, waarover ik in de media had moeten lezen hoe die bijdragen aan de urbane vooruitgang. Of, gewoon, het leven een beetje meer kleur geven.
In Haarlem drink ik een cola in paviljoen/restaurant DeDAKKAS, op de zesde etage van parkeergarage Kamp. Je verwacht zo’n hippe couveuse daar niet. Geen Wi-Fi, maar soit. In Breda maakt architectenbureau MVRDV het grootste fotofestival van de Benelux, Breda Photo, een stukje aantrekkelijker door een vijfhonderd meter lange stellage van palen en hout te ontwerpen die als tijdelijke expositieruimte dient. Het centraal station is inmiddels de meest populaire Instagramplek van Arnhem. Je snapt meteen waarom het gebouw – een ontwerp van UNStudio – alom wordt geprezen als je in de hal het spel van schaduw en licht aanschouwt.
De aanblik van het Eemhuis in Amersfoort is zó typisch Nederlands: een gebakskraam staat voor de ingang van het ultramoderne complex van Neutelings Riedijk Architecten, met drie overhellende kubussen die als dak fungeren. De bibliotheek met veel houten elementen heeft een bijna New Yorkse uitstraling. In Tilburg rij ik tegenwoordig rechtstreeks naar de Piushaven of de Spoorzone. Spannende voorbeelden van stadsvernieuwing. Over mijn eigen Maastricht schreef ik begin dit jaar al dat het er steeds aantrekkelijker wordt. Al laat de opening van de skybar nog op zich wachten.
Nederland, steevast in de top-tien van gelukkigste landen ter wereld, bloeit op veel fronten. In de stad zie je de vooruitstrevende ontwikkelingen meestal het eerst. Maar er kan er maar één het beste jongetje van de klas zijn. Eentje die er telkens in slaagt om Nederland ook internationaal op de kaart te zetten. Waar ze in de hoofdstad nog steeds discussiëren over het weghalen van het I-Amsterdam-logo op het Museumplein, een populaire selfielocatie voor toeristen die de binnenstad overspoelen, vult Eindhoven de prijzenkast met de ene na de andere onderscheiding voor citymarketing.
Een magneet voor mensen uit alle windstreken, schrijft het Eindhovens Dagblad op zaterdag 27 oktober tijdens de Dutch Design Week (DDW). Alles wat jong, hip, creatief en hoogopgeleid is, wil recreëren, werken en wonen in Eindhoven. “Toeristen uit binnen- en buitenland mengen moeiteloos met studenten van de Technische Universiteit en de befaamde Design Academy. Halve wijken worden ingenomen door gezinnen van expats. Zo verdriedubbelde het aantal mensen met de Indiase nationaliteit in negen jaar.”
Wil je een gevoel krijgen bij dat gegeven? Ga lunchen bij Love my curry op de Eindhovense High Tech Campus – 140 innovatieve bedrijven op één vierkante kilometer – en je snapt waarom de instroom van mensen van heinde en verre een meerwaarde is voor de diversiteit en het kennisniveau in Nederland. Het eten van chef Raghu Bhagirath uit New Delhi is populair, dus hou rekening met een wachtrij.
NRC Handelsblad brengt eind 2017 een speciale bijlage uit over ‘het wonder van Eindhoven’ en zelfs The New York Times weet tegenwoordig de weg naar de Brabantse provinciestad te vinden. Je kunt geen krant of tijdschrift openslaan of je leest over de succesvolle en positieve cijfers van Eindhoven. Alleen al de waarde van alle publicaties in (internationale) media bedraagt 17 miljoen euro, zo werd vorig jaar berekend.
Eindhoven: 230.000 inwoners
Het internationaal gerenommeerde tijdschrift Monocle dat voornamelijk schrijft over cultuur, design, reizen, zaken en politiek brengt deze maand een the Netherlands Survey met – uiteraard – twee pagina’s over ‘where technology meets design’ Eindhoven. Een slimme samenwerking tussen het blad, marketing Groningen, NBTC Holland Marketing en de citymarketingorganisaties van Rotterdam en Eindhoven.
De laatste, Eindhoven365, verricht baanbrekend werk als het gaat om de positionering van de stad. Natuurlijk, zou je dan kunnen beweren: dat is niet zo moeilijk met, bijvoorbeeld, grote evenementen als de Dutch Design Week en lichtfestival Glow waar het publiek massaal op afkomt. In onze planning staan ze ook elk jaar als ankerpunt in de agenda. Een paar weken geleden eindelijk Sectie-C kunnen verkennen tijdens DDW en vanavond lopen we weer met duizenden anderen slenterend door de stad, op zoek naar de mooiste lichtinstallaties van verschillende kunstenaars en kunstgezelschappen.
Het leven was simpel in de jaren negentig toen cabaretier Theo Maassen het nog heerlijk cynisch kon hebben over “Eindhoven is de mooiste stad van de wereld; als je Eindhoven niet kunt waarderen, dan kun je het leven niet waarderen”. Na de massa-ontslagen van Philips was er weinig om trots op te zijn en werd het toch al grauwe beeld bepaald door een kreet als ‘Eindhoven, de gekste!’ Dat was, kort door de bocht natuurlijk, het eenzijdige verhaal. Ik stapte ook liever niet in Eindhoven uit als ik op weg was naar Tilburg, de stad waar ik van 1995 tot 1999 studeerde.
De succesverhalen die Eindhoven365 tegenwoordig kan vertellen, zijn legio. Maar je moet het nog wel maar even doen. Met een duidelijke focus op de onderscheidende kenmerken van stad en regio – technologie, innovatie en design – die het grootstedelijk en dynamisch klimaat benadrukken, maakt de organisatie campagnes die nationaal en internationaal aanslaan. Het meest recent bewijs daarvoor: op 8 november wint Eindhoven365 de Place Brand of the Year-award, zeg maar de Oscar voor citymarketing.
Nergens anders dan in de regio Eindhoven groeit de economie zo hard. Bijna met 5 procent in 2017. Het aantal hotelovernachtingen groeit elk jaar en komt in 2018 waarschijnlijk boven het miljoen uit. Al heeft de populariteit logischerwijs ook een keerzijde: zo is de gemiddelde huizenprijs in het laatste kwartaal weer met elf procent gestegen ten opzichte van een jaar geleden.
Zoals gezegd, de fraaie rapportcijfers zijn inmiddels onuitputtelijk. Eindhoven is al lang niet meer de gekste, maar veruit de slimste. Het verwachtingspatroon is hoog. Dat blijkt, bijvoorbeeld, als de lichtshow op de Catharinakerk van de Portugese groep OCUBO om me heen met flink wat gemor wordt onthaald. Een subjectieve waarneming, geef ik meteen toe, je kunt nu eenmaal niet iedereen tevredenstellen. Maar het maak direct ook iets duidelijk: goed is niet goed genoeg meer. Het moet beter. Het is een uitdaging waar ze in Eindhoven waarschijnlijk om zullen lachen, want innoveren kunnen ze als de beste.

De Eindhovense Catharinakerk, Glow 2018.
Categorieën:citymarketing, Stadsleven
Zoals altijd weer mooi weergegeven!