PORTO, 30 MAART 2012. Crisis. Wat een rampzalig woord. En je komt het overal tegen. Op tv, op de radio, in de kranten en tijdschriften. Op de redactie, ’s ochtends aan de centrale vergadertafel, fungeert het onderwerp al een tijdje als een boemerang. Denk je het eindelijk kwijt te zijn, keert het keihard terug als gespreksitem. Kunnen we de crisis een gezicht geven, luidt dan de telkens gestelde vraag.
Want ja, wie wordt er nu eigenlijk geraakt door de bezuinigingsplannen en andere drastische maatregelen, veroorzaakt door de financiële problemen van de zwakke broeders in de Europese Unie? Het valt toch allemaal wel mee, denk ik dan altijd. Maar het valt niet mee. Ik ben waarschijnlijk te verwend om dat ten volle te kunnen beseffen.
We zijn een paar dagen in het noorden van Portugal. In Porto, schilderachtige en charmante stad aan de Douro. Het land staat in brand, zie ik op televisie. De aanhoudende droge winter en de hoge temperaturen hebben her en der al bosbranden ontketent. Het zijn beelden op het journaal die je normaal vooral in de zomer ziet.
Je kunt je bijna niet voorstellen dat de Portugezen een nóg groter probleem hebben. Welkom in het nieuwe Griekenland: Portugal zucht onder een begrotingstekort en een flinke staatsschuld. Daarmee is het een van de stoutste jongetjes van de EU. Het kampt met de zwaarste recessie sinds het land in het midden van de jaren zeventig een democratie werd. Steeds meer hoogopgeleiden zoeken hun toevlucht elders.
Porto is een arme stad. Ik zou bijna zeggen een schitterende, arme stad. Toen L. en ik hier negen jaar geleden voor het eerst kwamen, schrokken we van het beeld in het karakteristieke Ribeira aan de rivier de Douro dat op veel plekken had het iets weg van een krottenwijk, met smalle straatjes, zwerfkatten en de waslijnen waar je onder door moet lopen. Veel woningen hadden nog geen watervoorziening.
Porto: 245.000 inwoners
Het is crisis ja, maar daar zou je bijna overheen kijken als je met een boog om het stadscentrum heenloopt. Sta je op de drukke verkeersader Avenida da Boavista Rem Koolhaas’ creatie Casa da Musica te bewonderen. Een paar kilometer verderop kun je in het restaurant van het stijlvolle witte museum, ontworpen door de Portugese architect Alvaro Siza bij Fundação Serralves, gebruiken als lunchplek. In deze groene oase lijken zorgen even niet te bestaan. Porto is een stad om verliefd op te worden. In twintig auto- of metrominuten sta je aan de Atlantische kust, prachtig achterland bovendien.
In de wijken keert de realiteit hard terug. Je ziet lieflijke huisjes, maar de verf bladdert af. Betonrot doet zijn werk. Mooi beeld, die waslijntjes aan de gevels, maar wat de argeloze toerist als ‘mooi’ kwalificeert, is in werkelijkheid een teken van armoede. Hele woonblokken zijn aan het verkrotten of, erger nog, staan al leeg.
Op andere plekken stuit je op het karkas van een nieuw appartementencomplex. Er staan geen hijskranen meer. Er is geen geld om het af te bouwen, er is niemand die de huur kan betalen. Zwervers, bedelaars, opengebroken stoepen: het hoort bij het straatbeeld. En zou dat beeld door de crisis nu zo verergerd zijn? Het is moeilijk in te schatten. De echte armoede speelt zich nu eenmaal af achter de muren.
Zo af en toe – steeds vaker – komt de onvrede tot een collectieve uitbarsting. In februari gingen meer dan 300.000 Portugezen in Lissabon de straat op om te protesteren tegen de bezuinigingen van het kabinet. Volgens de vakbonden leidt dat tot verarming van de bevolking, vooral onder bejaarden, jongeren en werklozen. Portugezen klagen over dalende koopkracht en werkloosheid. Vorige week legde een landelijke staking het openbaar vervoer en het onderwijs plat.
Op het terras in Porto betaal je voor een cola gemiddeld 1,20 euro. Een kop koffie kost ongeveer een euro. Het zijn bijna vooroorlogse prijzen in een land waar de lonen laag zijn en sommige producten marktconform. In de parkeergarage, vlakbij ons appartement in hartje stad, betaal je tien euro om je auto een dag te kunnen stallen. “Ze zijn hier duur”, fluistert een bewoonster ons toe als ze uit haar wagen stapt. Als je in Maastricht in de Vrijthofgarage parkeert, kun je voor dat bedrag nog geen vijf uur wegblijven.
De crisis te lijf in Porto. Kan dat? Helaas, dat kan niet. Begin met gewoon alles netjes betalen. Net zoals heel veel cola en koffie bestellen.
Categorieën:Stadsleven
Sjoen verhaal!