DNJEPROPETROVSK, 14 JUNI 2012. ’s Avonds, als de schemer de zon verdrijft en de wind zand in je haren blaast, wordt het pas echt gezellig aan de rechteroever van de Dnjepr. Dan kun je dineren bij flikkerend discolicht, staat een zwaarlijvige man bij de ingang van een restaurant ongegeneerd dj Tiësto uit te hangen en zo te horen zijn de karaokemachines in de aanbieding geweest bij de plaatselijke mediamarkt.
À propos, zand? In Dnjepropetrovsk waar de skyline wordt gedomineerd door rokende schoorstenen van de zware industrie, flatgebouwen in Sovjetstijl en moderne woontorens en winkelcentra van staal en glas? Jawel, zand. Heel veel zand. Naast de spoorlijn die langs Shevchenko Park en Monastyrsky Island loopt, ligt een strand zo ver het oog reikt. B. twijfelt nog of hij zijn zwembroek uit de rugzak zal halen en filosofeert intussen hardop over de strakke lijven van de Oekraïense mannen. We staren een tijdje naar de Dnjepr en de lokale bevolking, die in de 35 graden van vandaag een aanleiding ziet om er een duik in te nemen.
Als je niet weet wat je precies moet verwachten, verbaas je je over de leefbaarheid van deze stad, diep verscholen in het zuidoosten van de Oekraïne. Ook al omdat het niet lukt om onze Westerse bril af te zetten. Een stadsstrand, denk je dan, dat is toch iets voor mondaine steden als Berlijn, Parijs of Madrid? Maar de vooruitgang is gelukkig niet exclusief voorbehouden aan West-Europa. C. kan zich nu niet langer inhouden. In de parade van ontblote bovenlijven is hij de enige die met T-shirt met zijn voeten in het water staat. Zeker een graadje of negentien, luidt de conclusie.
Er wordt gevoetbald in dit land, maar Dnjepropetrovsk is geen speelstad tijdens het Europees kampioenschap. Meer dan een poster op de abri’s in de Karla Marksa, een schitterende boulevard, kom je niet tegen. Alles wat we tot voor kort wisten over deze stad, heeft wel te maken met voetbal. Dnjepr Dnjepropetrovsk is een roemruchte club. In het verleden in de Europese toernooien tegenstander van PSV, FC Utrecht en AZ.
Oleg Protasov, held van het Russische voetbal lang voor de geboorte van Oekraïne als zelfstandige staat, is hier opgegroeid. In het History Museum van Dnjepropetrovsk stuiten we op zijn foto in een provisorisch in elkaar geknutselde kleine voetbalexpositie, waar de Engelse uitleg uiteraard ontbreekt.
Dnjepropetrovsk: 1,1 miljoen inwoners
De bel rinkelt. De tram komt weer langzaam in beweging. Bij de halte van zijn eerstvolgende stop vlakbij het Leninplein is het druk. Wachtende mensen, bellende mensen, verveeld kijkende mensen. Vier politieagenten staan in een groepje bijeen. Ze praten, ze lachen. De verleiding is groot. Ik wil die tram in. Een ritje maken in deze vreemde stad, nog wat verder kennismaken. Toch maar niet. Ik monitor de mensen bij het tramhokje. Ik zoek eigenlijk iemand die eruit ziet als een jager…
Gevaarlijke klanten, die jagers. Zeker hier, in Dnjepropetrovsk. Vorige week raakten negen mensen gewond door een ontploffing in een tram. Mijn eerste gedachte, vlak voor vertrek naar Oekraïne: wéér een aanslag. Eind april ontploften er vier bommen. Daarbij vielen zeker twintig gewonden. Twee van die ontploffingen waren bij tramhaltes. Enkele mensen werden opgepakt. Waarom ze de bommen hadden geplaatst is nog steeds niet bekend. Dnjepropetrovsk is de geboorteplaats van oppositieleidster Joelia Timoesjenko.
Maar het is dit keer geen aanslag, de Oekraïense autoriteiten spreken doodleuk van een ongeluk. Een jager zou een tas met buskruit hebben laten vallen waarna er een explosie volgde. De negen gewonden hebben allemaal lichte brandwonden. Volgens een woordvoerder is het heel normaal dat jagers met buskruit op zak lopen; ze maken thuis zelf hun patronen. Dit is het verhaal van het jaar, dat kan niet anders.
’s Avonds, als de lucht roze kleurt boven de Tsentralny most-brug en de lokale bevolking via de boulevard Naberezhna Lenina massaal terugkeert van het strand, gaat de neonverlichting ook in Dnjepropetrovsk aan. Uit de luidsprekers klinkt een reclameboodschap over het plein. Bij de tramhaltes lijkt alles rustig. Forensen wachten keurig in de rij op het mini-busje dat terugrijdt naar het platteland. Je ziet hier te veel prachtige gebouwen die aan hun lot worden overgelaten. Ze staan leeg, zijn aan het verkrotten of zijn zelfs al half afgebroken. Ben alleen zo bang dat de oligarchen hier daar geen oog voor hebben. Nu niet, misschien wel nooit niet.
Categorieën:Sport, Stadsleven
Oplettend en weer gezond terug!