Maastricht als hippe civil society

Zicht op het ruige Frontenpark in Maastricht.

Zicht op het ruige Frontenpark in Maastricht.

MAASTRICHT, 5 SEPTEMBER 2013. In het zelfbenoemde park van de toekomst bepaalt de buurtbewoner hoe een nieuw stuk stad uiteindelijk vorm krijgt. Burgerparticipatie. Doe-democratie. Zelfsturing. Burgerkracht. Hoe je het ook noemt, het fenomeen is al een tijdje hip. Wie de ambitie koestert in 2018 Culturele Hoofdstad van Europa te zijn, kan de moderne wetten op het gebied van meedenken en -beslissen natuurlijk niet negeren. Ruim baan voor civil society, nog zo’n mooi synoniem, in Maastricht.

De ideeën worden losgelaten op het Frontenpark. Een, zoals wethouder Gerdo van Grootheest het steeds maar weer benadrukt, “niet sjiek en sjoen” deel van Maastricht. Dat klopt. Dit voor veel inwoners nog onbekende gebied ligt aan de noordkant van de binnenstad. Het is een grote lap ‘wilde’ natuur, met sporen van het rijke industriële verleden en de resten van de negentiende-eeuwse vestingwerken.

Er wordt alvast zwaar rekening gehouden met een aantal beschermde diersoorten, zoals de muurhagedis, de hazelworm en de ijsvogel. Hier moet straks – en straks kan rustig over tien, vijftien jaar zijn – een nieuw landschapspark ontstaan dat een logische verbinding vormt tussen het nieuw te ontwikkelen gebied Belvédère en het centrum.

Nu is de burger aan zet. Het is ook de titel van een dossier waar ik met collega’s van Dagblad De Limburger sinds een aantal maanden aan werk. In het spoor van de economische crisis en een zich steeds verder terugtrekkende overheid nemen de burgers het heft in eigen hand. Van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij: het is een interessante trend waar je als mediabedrijf, dat poogt midden in de samenleving te staan, niet meer om heen kunt.

Het levert prachtige, soms ontroerende verhalen op, vaak van ‘gewone mensen’ in Limburg die zaken voor elkaar krijgen die ze misschien nooit voor mogelijk hadden gehouden, maar die ze op basis van een portie gezond verstand, wilskracht en het vermogen slim te opereren in de huidige netwerkmaatschappij toch weten te realiseren.

“Je moet het spel goed kunnen spelen”, zei Ted van de Wijdeven onlangs toen ik hem met collega J. aan de Universiteit van Tilburg bezocht. Hij schreef het boek Doe-democratie (2012) en doet al jaren onderzoek in stadswijken en dorpen naar het fenomeen actief burgerschap. “Als je succesvol wil zijn als burger moet je op verschillende borden schaken. Enerzijds moet je de mensen in de buurt kennen, weten wat ze kunnen, hoe ze kunnen helpen. Anderzijds moet je ingangen hebben naar, bijvoorbeeld de politiek, die toch vaak de kaders stelt.”

Het draait, stelt hij, ook om empatisch vermogen: je kunnen inleven in anderen, je aanpassen aan veranderende omstandigheden. Burgerkracht is en blijft mensenwerk. De gemeente Maastricht zet in op burgerparticipatie bij het Frontenpark, dat ambitieus al het ‘park van de toekomst’ is genoemd. Nu komt het aan op initiatieven van haar inwoners. Tot 1 oktober kunnen ideeën via het e-mailadres info@frontenpark worden ingestuurd.

Maastricht: 121.000 inwoners

Bureau Europa, platform voor architectuur, is vanwege de ervaring met het programmeren van het iets verderop gelegen tijdelijke Sphinxpark gevraagd het proces van de vorming van het Frontenpark op zich te nemen. De eerste aanzet is gegeven met de openluchttentoonstelling PARKers die tot en met zondag 8 september. Negen kunstenaars kijken opnieuw naar deze al veertig jaar ‘vergeten’ plek met locatiespecifieke, tijdelijke kunstwerken die reflecteren op geschiedenis, heden en toekomst van het nieuwe landschapspark.

Maar hoe zit het intussen met de ingebrachte ideeën van de burger? Zijn de suggesties voor een natuurspeeltuin, tuinieren op hoogte of sportlessen in het park wat je van hem mag verwachten, of moet de lat hoger liggen? Misschien heeft hij wel een extra zetje in de rug nodig.

Het gaat niet altijd vanzelf, stelt Van de Wijdeven. Ook al heeft de inwoner van Maastricht met het Frontenpark een enorme experimenteerarena tot zijn beschikking. “Vergis je niet: wij doen met z’n allen al heel veel. In sommige buurten ontstaat iets spontaan van onderop, elders moet je het een handje helpen. Dan moet je coaches aanstellen of instellingen die projecten faciliteren. Vaak speelt de lolfactor een belangrijke rol. Als het dichtbij je persoonlijke leven staat, ben je eerder geneigd om vrijwillig aan iets mee te werken. In Nederland laten wij al jaren zien dat we op het gebied van burgerparticipatie meetellen in de wereld.”

9 replies »

  1. Er wordt m.i. teveel ingezet op de hoger sociale klasse in het participatie proces. Voor de lagere sociale klasse zijn ook diverse programma’s. Maar juist de vanuit grote middenklasse zouden de initiatieven moeten komen. Er wordt nu te veel nadruk gelegd op de kunstwereld.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s