
Torre de los Homenajos van Estadio Centanario in Montevideo.
MONTEVIDEO, 23 JANUARI 2009. Op zoek naar de ziel van Montevideo. Dat is nogal wat. En dat willen we doen in één dag. Natuurlijk, dat is een onmogelijke opgave. Daarvoor is de tijd te kort en de stad te groot. Maar we gaan vandaag toch een serieuze poging doen. Of nee, eigenlijk zijn we daarmee gisteren al begonnen.
De route van vliegveld Carrasco naar het centrum is namelijk een hele mooie. Voor het grootste deel voert-ie langs de boorden van Rio de la Plata. Links ligt het water en rechts kijk je uit op welgestelde wijken als Carrasco, Malvin en Pocitos, met de meest fantastische huizen en villa’s. Je mag er dan wellicht een beetje uit afleiden dat Uruguay zeker geen arm land is, zeker als je het vergelijkt met andere Latijns-Amerikaanse landen.
Het is zelfs een van de meest democratische landen van het continent, met de minste corruptie, het hoogste niveau op gezondheid- en veiligheidsvlak, slechts vier procent analfabetisme en de gemiddelde levensverwachting is 73 jaar.
Mooie cijfers. Zegt veel over de staat van het land, waar bijna de helft van de bevolking (40 procent) in hoofdstad Montevideo woont. En dat is volgens de ‘Lonely Planet Buenos Aires’, waar ook een hoofdstukje Montevideo in staat “waarschijnlijk de ‘most laid back capital’ van Zuid-Amerika”. Het is voor een metropool met anderhalf miljoen inwoners in ieder geval heel erg rustig. Veel winkels zijn dicht, in sommige straten kun je minutenlang geen mens tegenkomen. Maar dat komt volgens de leuke schoenenverkoopster in de Calle Sarandi simpelweg doordat veel inwoners vakantie vieren op een van de vele stranden van Uruguay.
Zo is het lastig zoeken naar de ziel van Montevideo. We krijgen er een beetje een Tel Aviv-gevoel van. Toen we daar vorig jaar mei waren, was het Shabbat en dan zijn op vrijdag alle winkels gesloten en is de stad een stuk minder levendig. Maar net als hier kon je in Tel Aviv zien en voelen dat het een stad met veel potentie was.
Nog een overeenkomst met die Israëlische kuststad: de ligging aan zee. En dat geeft toch altijd een extra dimensie. Zo sta je letterlijk met de voeten in het water aan het witte zandstrand van Pocitos en na een taxirit ben je tien minuten later bij het indrukwekkende neoclassicistisch Palacio Legislativo aan het einde van de Avenida Libertador.
Om de vergelijking met Tel Aviv maar even door te trekken, ook Montevideo profileert zich als gay-vriendelijke stad. In kledingzaak Urban Outfitters ligt een handige pocketkaart van de stad, met daarin ook adressen van onder ander gaybars, gaysauna’s, sexshops, privéclubs en zelfs een lijstje met cruising spots. Het zegt veel over de open mind van de hoofdstedeling. Net als in Argentinië ontmoeten we ook hier louter vriendelijkheid. Mensen vragen of je in Uruguay op vakantie bent, en zo ja voor hoe lang, of je Montevideo een mooie stad vindt, enzovoorts. Velen spreken ook opvallend goed Engels, wellicht omdat de meerderheid van de inwoners van Montevideo van Europese afkomst is.
Montevideo: 1,4 miljoen inwoners
De stad voelt inderdaad laid back. Wij kunnen ons maar moeilijk iets voorstellen bij de waarschuwing in de ‘Lonely Planet’ dat straatcriminaliteit in de oude stad, Ciudad Vieja, toeneemt. Nee, de diepere ziel van Montevideo zullen wij vandaag niet helemaal kunnen ontdekken. Maar als trots een onderdeel is van die ziel, en dat is het volgens mij, dan hebben wij daar vandaag wel even van mogen proeven.
“Football is the Uruguayan People’s Passion”, staat in de Engelstalige folder van het Museo del Futbol. Dit sublieme museum is onderdeel van het historische Estadio Centenario. Het stadion ligt in Parque Battle en werd in 1929 ontworpen door architect Juan A. Scasso voor het eerste FIFA wereldkampioenschap voetbal. De karakteristieke Torre de los Homenajos is een voor voetbalfans niet te missen icoon. De videofilm is werkelijk fenomenaal met beelden van de Olympische Spelen van 1924 (Parijs) en 1928 (Amsterdam) waar het Uruguayaanse voetbalteam kampioen werd. De fragmenten uit 1930, als Uruguay de eerste wereldkampioen wordt, zijn zelfs in kleur. We zien hoe de dan twee miljoen Uruguayanen massaal feestvieren op straat.
Loop langs de vergeelde krantenpagina’s, de grote foto’s, de trofeeën, de shirts en vlaggen uit een glorieperiode die al lang achter ons ligt, kijk naar de elftalfoto’s en beklim de Olimpico-tribune van het stadion, en dan weet je een beetje hoe het met de ziel van de Uruguayanen is gesteld.
Categorieën:Stadsleven
3 replies »