PARIJS, 7 AUGUSTUS 2019. Uit de mond van iemand die zoveel mogelijk mooie reizen maken tot een van zijn belangrijkste levensdoelen heeft verheven, klinkt het misschien vreemd. Toch probeer ik de aandrang belangrijke gebouwen te bezichtigen – die je volgens alle reisgidsen natuurlijk absoluut gezien moet hebben – te negeren. Erop of erin; nee, merci. We wandelen liever naar een leuke wijk voor een goed restaurant of museum.
Het Vrijheidsbeeld? De aanblik vanaf Manhattan is ook mooi. Empire State Building? De lange rij voor de deur is telkens weer ontmoedigend. De Reichstag in Berlijn, het Kremlin, de Taj Mahal, de Sint Pieterbasiliek in Rome, de Toren van Pisa, Barcelona’s Sagrada Familia: allemaal prachtig, maar een voet over de drempel heb ik er niet gezet. Zelfs het uitzicht over Rotterdam vanaf de Euromast staat nog op mijn bucketlist.
Reis-FOMO is me vreemd, gelukkig. Als je keuzes durft te maken, houd je de fear of missing out vakkundig buiten de deur. Lijkt me vreselijk, zoveel mogelijk doen en willen zien als je onderweg bent. Niet kunnen genieten, omdat je per se een lijstje met hoogtepunten moet afwerken om dat vervolgens op social media te zetten. Ik overdrijf nauwelijks, want onderzoeken wijzen uit dat bijna de helft van de reizende Nederlanders last heeft van FOMO.
Op reis is het gebrek aan tijd je meest geduchte vijand. Dus uiteindelijk is dat de belangrijkste reden om iets wel of niet te doen. Natuurlijk zijn we in het verleden ook vaak genoeg op of in ’s werelds meest befaamde gebouwen geweest, omdat we dat zelf graag wilden. Van de bazaar in Istanbul tot de Burj Khalifa in Dubai en van de heilige tempels van Angkor Wat tot de Hermitage in Sint Petersburg.
Parijs: 10 miljoen inwoners
Maar, oh cliché, de Eiffeltoren neemt toch wel een speciale plek in op die lijst. Twintig jaar geleden dronk ik bovenop Gustave Eiffels meesterwerk samen met L. rode wijn tijdens onze eerste buitenlandse trip. Vandaag lopen we samen met A. en M. door de stad van de liefde. Parijs, daar wilden ze heen. In 130 jaar heeft de Eiffeltoren niks van haar magische aantrekkingskracht verloren. Die is onweerstaanbaar, zeker voor kinderen van acht en vijf.
Ze slenteren er gerust kilometers lang voor door de stad. Vanaf de Notre Dame, die ze in het Jeugdjournaal half hebben zien afbranden, via Musée d’Orsay verder langs de Seine. Een walhalla voor kinderen, de kade langs de rivier. Je vermaakt je uren met talloze spellen (een op de grond geverfde atletiekbaan is favoriet), klimwanden en andere originele activiteiten die je doorgaans niet in de binnenspeeltuin aantreft. Eten en drinken doe je bij de hippe mobiele containers, inclusief terrasmeubilair. Op een warme zomerdag als deze is dat genieten met een hoofdletter G.
Dat de wereld drastisch is veranderd, gaat aan mijn kinderen voorbij en dat is op deze leeftijd misschien maar goed ook. Als je niet beter weet, is dit het nieuwe normaal: een kogelvrije glazen wand van 3,24 meter hoog en 6,5 centimeter dik rondom een van de meest iconische gebouwen op aarde. Die moet terreurdaden, zoals Parijs en Frankrijk die al vele heeft moeten incasseren, voorkomen. De maatregel – kosten 20 miljoen euro – is ook nodig omdat sinds de aanslagen de bezoekersaantallen zijn afgenomen.
Mijn twee Eiffeltoren-fans zijn inmiddels op een van de 800 trappen naar de eerste verdieping. Zij zullen nooit, zoals wij dat ooit deden, een flesje goedkope Chenet mee naar boven kunnen smokkelen. Maar na vandaag zijn ze vast ook een beetje verliefd op Parijs.
Categorieën:Toerisme
Mooi!!!