Een klein beetje nieuwsgierig naar dat bijzondere stukje Berlijnse cultuur ben ik na vandaag wel geworden. In de voormalige krachtcentrale aan de Köpenicker Strasse struikel je, als je niet oplet, over de mensen. Ze zitten of liggen op de grond. Alleen, je ziet ze nauwelijks. Het is donker. De trappen op lukt nog wel, maar daarna wordt het moeilijker. Gelukkig is er Deep Web, de installatie van lichtkunstenaar Christopher Bauder en componist Robert Henke. 175 bewegende bollen zweven door de ruimte en worden belicht door laserstralen op het ritme van de indringende beat.
Het verlicht de immense hal net genoeg om te zien waar je heen kunt. Om te snappen waarom Die Tageszeitung deze plek omschreef als “een kathedraal van metersdik beton”. Maar Kraftwerk Berlin in het stadsdeel Mitte is meer dan dat. Nu een monument van de Industriekultur, ooit was het de grootste warmtekrachtcentrale van Oost-Berlijn voor 38.000 huishoudens. Gebouwd in 1961, hetzelfde jaar als de Muur. Gesloten in 1997.
Zoals overal in deze stad voel je ook hier de loop van de geschiedenis. In dit gigantische complex huist ook Tresor. De ‘moeder aller Berlijnse clubs’ is een begrip in de techno-scene, en ver daarbuiten. In de duisternis met alleen de klanken van de muziekchoreografie die weerkaatst tegen de dertig meter hoge muren in het vertrek dat in totaal zo’n 22.000 vierkante meter telt, ontbreekt alleen de geur van zweet die de Berlijnse nachten in de clubs zo kenmerkt.
Berlijn: 3,5 miljoen inwoners
“Leuk, de Tresor”, zegt vriend B. die geen onbekende is in het uitgaanscircuit. “Maar niet zo gaaf als de Berghain. Er komen veel toeristen in de Tresor, waar het deurbeleid helemaal niet zo streng is. Je komt daar redelijk makkelijk binnen. Dat bepaalt voor een groot deel ook de sfeer. Om zes uur, half zeven ’s ochtends is het ook afgelopen. Een beetje club komt dan net op gang.”
Zoals gezegd, genoeg mooie verhalen. Ik geloof hem meteen. Maar het is dus niet de liefde voor clubbing, maar voor de Duitse Industriekultur die me naar deze plek heeft gedreven. De geestdrift waarmee in Duitsland industrieel erfgoed, vaak dan toch, tot een culturele pleisterplaats wordt omgebouwd is simpelweg ongeëvenaard. De ontwikkelingen in het Ruhrgebied en Berlijn bewijzen dat.
Dimitri Hegemann, de hoofdhuurder van Kraftwerk Berlin, heeft een droom met deze locatie. De grondlegger van Tresor, dat in 1991 haar deuren opende in een ondergronds keldercomplex dat voorheen werd gebruikt als kluis, ziet de potentie van de voormalige energiecentrale. Hij spreekt zelf van “een gebouw van hoge spiritualiteit. In de zijvleugels bevinden zich gangen, nissen, trappenhuizen en onvoorstelbare ruimtes”.
Hij ziet een soort Tate Modern voor zich. En als het niet kan zoals in Londen, dan is het Palais de Tokyo in Parijs ook een inspirerend voorbeeld. Hegemann liet een paar jaar geleden het gebouw ‘ontdoen’ van negatieve trillingen met de rookrituelen van een groep boeddhistische monniken in saffraankleurige gewaden.
De echte uitdaging ligt in een duidelijke en regelmatige programmering van tentoonstellingen en events, want Kraftwerk Berlin is qua uitstraling nog lang geen Tate of Palais de Tokyo. Sommige shows en expo’s vallen letterlijk weg in het ruimtelijke decor. Niet alles past, al is lichtkunstinstallatie Deep Web een welkome voltreffer. In de kathedraal van beton klinkt ook overdag de beat. Op deze plek kan het welhaast niet symbolischer.
Categorieën:Cultuur
Sjiek geschreven, altijd interessant!