BRUSSEL, 14 SEPTEMBER 2018. Details geven het leven kleur. Zo draagt Anouk een blauwe overall. Doet ze dat graag? Nee. Waarschijnlijk niet. Hoe ik dat weet? Dat leid ik af aan de manier waarop ze me de weg naar het toilet wijst. Meer dan een onverschillig knikje naar rechts kan er niet af. Is het wel nuttig dat zij dit opvallende werkpak aan heeft? Ja, dat zeker. Net als haar collega’s die de kaartjes scannen of als vraagbaak dienen, past ze perfect in dit decor.
Haar outfit is een subtiele verwijzing naar de mensen die jarenlang in deze fabriek noeste arbeid hebben geleverd. Tot eind 2017 was dit de showroom en werkplaats van Citroën. Over een klein jaar wordt deze iconische autogarage van 35.000 vierkante meter verbouwd tot de grootste culturele instelling van Brussel. Tot die tijd kun je dit adembenemende complex, museum Kanal-Centre Pompidou gedoopt, in originele staat bewonderen. Mijn advies? Ga dat snel zien!
De blauwe overall is het detail dat de belevenis compleet maakt. Ik moet eerlijk zijn. Ik ben, zoals vaak, nieuwsgieriger naar het gebouw dan naar de kunst. Maar in elk hoekje wacht een verrassing. In de keuken van de kantine staat een oude televisie, waar een parodie op een kookprogramma wordt getoond. In de voormalige kleedkamers zorgt een elektrische aandrijving ervoor dat een aantal deurtjes van de lockers open en dicht gaat. Je hoort het typische geluid dat uit de garage afkomstig is.
Kunst en industrie gaan zo naadloos in elkaar over. Knap. Een schilderij zul je hier overigens nergens aantreffen. De klimatologische omstandigheden – met veel glas en licht – laten dat niet toe. Je ervaart dat niet als een gemis. Tot 10 juni 2019 kun je hier ruim driehonderd oude en nieuwe werken uit de collectie van Centre Pompidou in Parijs bewonderen. Deze eerste, tijdelijke expositie heet ‘Kanal Brut’. De aantrekkingskracht is enorm: sinds de opening op 5 mei zijn er al 110.000 bezoekers de poort aan de Akenkaai 1 gepasseerd. Zestig duizend in de eerste maand, 21.000 in het openingsweekend.
Brussel: 1,2 miljoen inwoners
De enige echte attractie, dat is het tweehonderd meter lange en honderd meter brede gebouw met zijn modernistische jaren dertiggevel. Ingeklemd tussen het kanaal Brussel-Charleroi en het IJzerplein. Het terras aan het water ligt er uitdagend bij in de bleke septemberzon. Het is bijna een misdaad dat het straks bijna vier jaar dicht gaat om voor 125 miljoen euro te worden verbouwd.
Maar de Brusselse minister-president Rudi Vervoort, een Franstalige socialist, wil het zo. Tijdens de verkiezing van 2014 belooft hij dat Brussel “zijn eigen Guggenheim zou krijgen”. Kanal betaalt elf miljoen euro aan het Centre Pompidou. Daarvoor krijgen ze de komende tien jaar kunstwerken, expertise, maar ook Frans personeel. De huidige curator bijvoorbeeld. Het is allemaal tegen de zin van de Brusselse kunstsector. Parijs bepaalt, Brussel betaalt, zeggen zij: alsof er in de hoofdstad van België geen ‘eigen deskundigen’ rondlopen.
Laat je betoveren door het complex en deze polemiek trekt zonder problemen aan je voorbij. Via de hellingbaan waar vroeger de auto’s naar de carwash, spuiterij of occasion-afdeling reden, loop ik omhoog naar de verschillende showrooms. Van buiten een indrukwekkende pui van glas en staal, binnen nu bijna allemaal afgedekt om Children’s Games, een serie korte video’s van kunstenaar Francis Alÿs mogelijk te maken. Liften zijn er nog niet, dus je moet alles lopend doen. Mijn stappenteller geeft 4,5 kilometer aan, zonder pitstop in het hippe foodcourt.
De metamorfose van Citroëngarage naar Museum voor Moderne en Hedendaagse Kunsten zal volgens het ontwerp van het Brussels bureau noArchitecten, het Zwitserse EM2N en Sergison Bates Architects in Londen worden uitgevoerd. Op de tekeningen laat de voorgevel aan de kaaizijde zich een beetje vergelijken met Tate Modern in Londen. Bij het naar buiten gaan passeer ik Anouk. Ze zwaait. Zowaar. Eind 2022 als de verbouwing klaar is, kan ze haar blauwe overall gewoon in de kast laten hangen.
Categorieën:Architectuur, Cultuur
Waar city2city rondwaard in zijn voetstappen
Waar de gebouwen in zijn gedachten al tekst laat opborrelen
Waar de schoonheid zich laat vormen
Waar menig lezer zich in thuis voelt
Waar, waar is de volgende stap
Waar, waarlijk, we zullen het weer lezen
Dank u. Alles voor de lezer!